Bart De Smet, de ceo van verzekeraar Ageas, is dinsdagavond in Brussel door de lezers en een jury van het economische weekblad Trends verkozen tot Manager van het Jaar 2016. De 59-jarige De Smet verzilvert daarmee zijn derde nominatie. De laureaat heeft Leuvens bloed: hij leende geld aan voetbalclub OHL en is actief bij volleybalclub Haasrode-Leuven.
De Smet investeerde eind 2011 samen met Luc Haegemans, secretaris-generaal van BNP Paribas Fortis, en de bestaande aandeelhouders in totaal een half miljoen euro in de toenmalige eersteklasser Oud-Heverlee Leuven. De Smet is een echte sportliefhebber. Hij speelde zelf nog bij Volley Haasrode.
De 32ste Manager van het Jaar van Trends wordt door de jury geprezen voor “de manier waarop hij uit de as van Fortis een verzekeringsbedrijf met een sterke eigen identiteit en een stevige balans deed groeien”.
“Onder zijn leiding is Ageas uitgegroeid tot een gerespecteerde verzekeraar die niet alleen in Europa maar ook in Azië sterk vertegenwoordigd is”, zei juryvoorzitter Luc Vandewalle. “De Smet realiseerde dat allemaal op een slimme manier, zonder grote operationele revoluties door te voeren of zwaar wegende overnamebedragen uit te geven. Bovendien staat hij bekend als een ceo die tussen zijn mensen staat en een grote bereidheid etaleert om naar alle stakeholders te luisteren.”
De schikking van 1,2 miljard euro voor alle burgerlijke claims door gewezen Fortis-aandeelhouders, op een moment dat de groep ongeveer het dubbele in kas heeft, was voor de jury ook een doorslaggevend argument.
Zelf draagt De Smet zijn bekroning op aan het hele team. “Een ceo is een team. Als het goed gaat, geef je de credits aan je team. Als het slecht gaat, moet je dat op jezelf nemen”, zei de laureaat. “Ik kan mij ook vinden in de uitspraak van Albert Einstein, die zei dat je niet moet trachten een man van succes te zijn, maar een man van waarden. Het eerste volgt wel uit het laatste.”
De laureaat kan niet één grote verwezenlijking uit het voorbije jaar selecteren. “Het is eigenlijk een parcours van zeven jaar. Daarin werkten we veel erfenissen uit het verleden weg, maar creëerden we ook een groei op eigen kracht. Een destructief verhaal werd een constructief verhaal.”