Arvesta Foto: credit

Arvesta, moeder van Aveve-winkels, opent nieuw hoofdkantoor aan Vaart in Leuven 

Land- en tuinbouwbedrijf Arvesta, bij het breed publiek het meest bekend van de Aveve-winkels, heeft woensdag een nieuw hoofdkantoor geopend. De hoofdzetel, voordien gelegen op de Philipssite in Leuven, is naar de Aarschotsesteenweg aan de Vaart verhuisd, vlakbij het distributiecentrum van Aveve en de grootste Aveve-winkel van het land. Premier Alexander De Croo (Open Vld) en Leuvens burgemeester Mohamed Ridouani (Vooruit) kwamen het gebouw feestelijk inhuldigen.

De keuze voor de nieuwe site was een “logische” keuze volgens het bedrijf. De site was al eigendom van Arvesta: vroeger bevond zich een van de eerste Aveve-winkels op het terrein. Achter het nieuwe hoofdkantoor ligt het distributiecentrum van de Aveve-winkels, en verderop ligt de winkel van Wilsele, de grootste Aveve van het land. “Dit is waar ons verhaal meer dan 120 jaar geleden begon”, zegt Stéphanie Deleul, woordvoerder van Arvesta.

“Het voelt als thuiskomen.” Het gebouw, dat 3.000 vierkante meter groot is, biedt plaats aan een hybride werkvorm voor 350 medewerkers. Zij kunnen drie dagen per week van thuis uit werken, en twee dagen naar kantoor komen.

Een opvallende aula in het midden van het gebouw kan gebruikt worden voor presentaties of grotere bijeenkomsten. Verder is de ruimte als landschapskantoor ingericht, met de nodige kleinere zaaltjes die als vergaderruimte kunnen dienen.

Het kantoor wordt met een warmtepomp verwarmd en heeft een regenwaterput van 40.000 liter water. De energie die van de 2.000 zonnepanelen op het nabijgelegen distributiecentrum komt, kan ook door het nieuwe hoofdkantoor gebruikt worden.

Premier De Croo en burgemeester Ridouani hebben woensdag een perenboom geplant in de tuin van het kantoor, om de opening te vieren. “Het is een knap gebouw”, vond de premier. “Arvesta investeert in innovatie in de landbouwwereld, en dat is een mooie combinatie. Als Belgen zijn we niet alleen top van de wereld in het ontwikkelen van innovatieve technologie, maar ook op vlak van voedselproductie en -veiligheid.”