Het arrest over de verdrinking van een jonge duiker in Sportoase in Leuven is dinsdag nog maar eens uitgesteld. Ditmaal tot 16 april. Het hof van beroep in Brussel moet dus nog altijd een uitspraak doen in het proces over de dood van de 18-jarige Julien Dumoulin in het Leuvense zwembad. In eerste aanleg werd de nv Sportoase Philipssite schuldig bevonden.
Sportoase Philipssite werd op 15 juni 2015 door de correctionele rechtbank van Leuven schuldig bevonden aan de dood van Dumoulin in hun zwembad in Leuven. De jonge duiker stierf net voor zijn 19de verjaardag door een gebrek aan voorzorg en voorzichtigheid van de drie aanwezige redders.
De jongeman lag elf minuten op de bodem van het zwembad zonder dat zij ook maar iets hadden gemerkt. Sportoase kreeg een geldboete van 5.500 euro en moest aan de moeder van het slachtoffer een schadevergoeding van 42.848 euro betalen.
Dumoulin werd op 24 juni 2011 om 22.31 uur uit het water gehaald. Het was een bezoekster die tegen sluitingstijd de aandacht van de redders op het zo goed als levenloze lichaam vestigde. De jongeman lag in het ondiepe gedeelte aan de eerste zwembaan. De drie redders waren bezig met kuisen, chloormeting en toezicht op het recreatiebad.
Camerabeelden
Dumoulin werd in Gasthuisbergziekenhuis in een kunstmatige coma gehouden maar stierf op 2 juli aan hersenschade door langdurig zuurstoftekort. De rechter acht Sportoase daarvoor verantwoordelijk. Er was geen toezicht op het wedstrijdbad. Camerabeelden toonden aan dat er gedurende 27 minuten en 7 seconden geen enkele redder te zien was. Het reglement stelt bovendien dat ze met vier moeten zijn.
Sportoase Philipssite, dat het zwembad uitbaat, is tegen dat vonnis in beroep gegaan. Voor het hof van beroep heeft het bedrijf aangevoerd dat het niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor het overlijden. Zowel de moeder als het openbaar ministerie vragen om bevestiging van het eerste vonnis.
De zaak werd behandeld op 28 november vorig jaar. De datum van het arrest werd toen bepaald op 16 januari. Die dag werd echter geen uitspraak gedaan. Het arrest werd uitgesteld tot 27 februari en een tweede keer tot 27 maart. Nu is het voor de derde keer uitgesteld, tot 16 april.