aardappelencollectie

Achtduizend aardappelsoorten uit Peru komen naar Leuven

De KU Leuven huisvest al dertig jaar een indrukwekkende collectie bananen: met ondertussen al meer dan 1.500 variëteiten de grootste in haar soort. De collectie is erkend als werelderfgoed en wordt binnenkort nog uitgebreid met een ander voedselgewas. Achtduizend aardappelvariëteiten van het International Potato Center in Peru komen naar Leuven.

Het Bioversity Musa Germplasm International Transit Centre (ITC) vierde maandag de dertigste verjaardag met een evenement aan de KU Leuven, in aanwezigheid van vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD).

“We hebben in Leuven 1.536 van de 2.000 bananenvariëteiten die er naar schatting bestaan”, zegt professor Rony Swennen, directeur van het Laboratorium voor Tropische Plantenteelt, dat beheerder is van de bananencollectie. Die collectie is ondertussen onder de paraplu van de Verenigde Naties terechtgekomen als Bioversity Musa Germplasm International Transit Centre.

Om de vele variëteiten te bewaren gebruiken de bio-ingenieurs een koude kamer, die proefbuisjes met kleine bananenplantjes van drie tot vier centimeter herbergt, en cryotanks met plantaardige stamcellen in vloeibare stikstof bij een temperatuur van -196 graden Celsius. “Met deze methode van cryopreservatie kunnen we de stamcellen honderden jaren bewaren en zelfs regenereren tot een normaal plantje.”

Het International Potato Center in Peru beheert een collectie van aardappelen, zoete aardappelen en andere knol- en wortelgewassen uit de Andes en is overtuigd van de Leuvense technologie. “Ze gebruiken ook cryopreservatie om aardappelen te bewaren. Binnenkort sturen ze een kopie van hun eigen collectie van 8.000 aardappelvariëteiten naar Leuven”, stelt Swennen.

Cryopreservatie is ook toepasbaar op vele andere planten. “Je kan die techniek gebruiken voor alle planten die zelf geen zaden maken zoals de meeste bananensoorten of planten waarvan de zaden moeilijk te stockeren zijn zoals kokosnoten. Op die manier zou je een tegenhanger kunnen bouwen van de Svalbard Global Seed Vault, de wereldzadenbank op het Noorse eiland Spitsbergen.”