Bouwgroep De Winter werd in september vorig jaar failliet verklaard. Het gerecht opende een onderzoek nadat tientallen klanten een voorschot hadden betaald voor de plaatsing van zonnepanelen en thuisbatterijen, maar nooit iets geleverd kregen.
Volgens het parket werden sinds september 2001 zes verstekvonnissen uitgesproken tegen het bedrijf, voor een totaal bedrag van 45.864,57 euro, en werd onder meer door de FOD Financiën beslag gelegd op een bedrag van 30.000 euro.
Dat onderzoek loopt nog, maar vorige week sprak de Gentse correctionele rechtbank zich uit in een aparte zaak. Daarin werden de twee bestuurders beschuldigd van het niet tijdig uitbetalen van lonen en vakantiegeld.
Er is een tiental werknemers betrokken. Voor hen werd ook geen correcte Dimona-aangifte ingediend bij hun indiensttreding. De feiten gebeurden in 2022 en 2023, vóór het faillissement. De rechtbank achtte de tenlasteleggingen bewezen en legde werkstraffen op.
Schadevergoedingen
De eerste bestuurder, de voormalige zaakvoerder van het bedrijf, kreeg een werkstraf van 120 uur. De medebestuurder kreeg 140 uur werkstraf omdat ze al twee keer eerder werd veroordeeld voor sociaalrechtelijke inbreuken.
Beiden moeten ook een schadevergoeding betalen aan enkele werknemers, maar het exacte bedrag moet nog worden bepaald. Beroep is nog mogelijk.
De schulden van het omstreden zonnepanelenbedrijf De Winter Groep lopen op tot meer dan twee miljoen euro. De kans dat de gedupeerden ooit hun geld terugzien, schat de curator klein in, ook al omdat de zaakvoerder ook al persoonlijk failliet is verklaard.