“Ik ben een telg van de zevende generatie van de familie die hier op de boerderij woont”, vertelt Wout Dhondt. “Toen ik aan het renoveren was, vond ik achter een kast een verborgen luik. Daarin vond ik heel wat oude documenten terug over het smokkelen, over de oorlog, over kolen, én ook een oud recept van mijn betovergrootvader. Daarop stond beschreven hoe hij zijn jenever stookte.”
Wout had al eerder van zijn vader te horen gekregen dat de mensen vroeger van heinde en verre de jenever kwamen kopen. “Daarom dacht ik om het recept te bewaren en er ooit zelf eens mee aan de slag te gaan, samen met mijn kinderen”, aldus de man. “Toen de ginrage een zevental jaar terug losbarstte, dacht ik ineens aan het recept en besloot ik ermee aan de slag te gaan.”
“Gezien een gin in wezen een vorm van jenever is, weliswaar met kruiden en smaken eraan toegevoegd, had ik meteen een perfect basisrecept.”
Bouwdrogers
De kruiden die Wout aan zijn gin toevoegde, droogde hij op een wel bijzondere manier. “Voor mij was het een makkelijke keuze, omdat ik een verhuurbedrijf van bouwdrogers heb”, zegt de man. “Ik gebruikte die dus om mijn kruiden te drogen om ze daarna te verwerken in mijn gin. Het experimenteren nam ongeveer anderhalf jaar in beslag en plots had ik de smaak gevonden die ik zocht.”
Omdat het distillatieproces tot vijf keer toe wordt herhaald, ligt het alcoholpercentage van Wout’s Gin met 40 graden iets hoger dan gemiddeld. “In 2020 kregen we van Test-Aankoop een score van 9,7 op 10, en toen we datzelfde jaar deelnamen aan het wereldkampioenschap gin, wonnen we onmiddellijk de zilveren medaille.”
“Nadien hebben we alles nog wat verfijnd en dit jaar werd onze gin bekroond met de gouden medaille. Een eerbetoon aan mijn betovergrootvader waar ik enorm trots op ben”, besluit Wout.
