“We kunnen vandaag enkel concluderen dat het GMF tegen duurzame bedrijven is”, stelt Hilde Schuddinck, Regiodirecteur Gent bij Voka Oost-Vlaanderen. “Meer zelfs, de beweging ondergraaft compleet de nieuwe ruimtelijke visie die steden en gemeenten hebben op het samengaan van wonen en werken. Bedrijven zijn geen vragende partij voor een woonzone naast de deur, maar proberen daar telkens zo positief mogelijk mee om te springen.”
De voordelen die daarbij gerealiseerd worden, denk bijvoorbeeld aan waterzuivering of warmtenetten waarbij bedrijven energie leveren aan woonwijken, worden in één beweging opzij geschoven. Ook de nabijheid van werk, een noodzakelijke voorwaarde in een duurzame modal shift, lijkt opeens niet meer belangrijk. “Het GMF stelt zichzelf als doel om via positieve acties het leefmilieu en duurzame mobiliteit een duwtje in de rug te geven. Hoe het dat op deze manier wil realiseren is ons een raadsel.”
Industriezones moeten benut worden
Het is verder moeilijk te begrijpen dat zones die voorbestemd zijn voor de industrie, plots niet meer gebruikt kunnen worden om effectief te ondernemen. De industriegronden zijn schaars en moeten optimaal benut worden. Het is dan ook sterk dat bedrijven opnieuw willen en kunnen investeren in uitbreiding, zeker na en tijdens de intensieve Covid-crisis. Terreinen worden daarbij opgewaardeerd en de werkgelegenheid wordt opgetrokken.
Duurzame bedrijven worden tegengewerkt
“Het lijkt alsof het GMF ook niet inziet dat duurzaam ondernemerschap aan een enorme opmars bezig is”, vervolgt Schuddinck. “Bedrijven zijn zich meer dan ooit bewust van de maatschappelijke context waarin ze ondernemen. Ze doen er alles aan om zich in lijn te stellen met de klimaatdoelstellingen en zich op een positieve manier in te bedden in hun omgeving. Dat het GMF dit niet wil erkennen, toont voornamelijk hun verouderde visie op bedrijvigheid. We nodigen de organisatie graag uit om een reality check te doen. We zullen hen met open armen ontvangen.”