vlerick business school

Vlerick School analyseert Belgische markt mergers en acquisitions

In tegenstelling tot een dalende trend op de internationale overnamemarkt in 2016, kent de Belgische M&A markt (mergers & acquisitions) een verdere groei, vooral inzake middelgrote en kleinere deals. De vraag is groter dan het aanbod. De prijzen stijgen dus, maar blijven vrij aanvaardbaar. Wie op vandaag een kwalitatief bedrijf wil verkopen, vindt makkelijk een koper. Dat komt doordat de bankfinanciering vlotter loopt, maar ook door een toegenomen interesse van buitenlandse spelers in Belgische bedrijven.

Ee en ander blijkt uit een bevraging van de Vlerick School bij 120 Belgische fusie- en overname-experten en -adviseurs. Het onderzoek peilt enerzijds naar hun ervaringen op de M&A-markt en de deals waar ze bij betrokken waren in 2016, en anderzijds naar hun verwachtingen voor dit jaar. Deze jaarlijkse M&A monitor kwam tot stand onder leiding van professor Mathieu Luypaert in samenwerking met Bank J.Van Breda & Co, BDO en Gimv.

Uit de bevraging blijkt duidelijk dat Belgische bedrijven in toenemende mate overgenomen worden door buitenlandse spelers. Deze trend is minder uitgesproken voor overnames door Belgische bedrijven buiten de landsgrenzen. Belgische bedrijven nemen dus vooral in eigen land over.
Professor Mathieu Luypaert licht de conclusies toe: “Ten eerste is België geografisch een interessante toegangspoort tot Europa, zeker voor de Aziatische markt. Denk maar aan de interesse van State Grid in Eandis of tweedeklasser OHL die in Thaise handen kwam. Daarnaast zorgen de aanvaardbare overnameprijzen in ons land er voor dat buitenlandse investeringsfondsen steeds meer onze richting uit kijken. Ten slotte verwijzen de respondenten naar onzekerheid op politiek vlak. Traditioneel zijn Belgische overnemers vooral geïnteresseerd in bedrijven in Frankrijk, Nederland, de VS, Duitsland en het VK en laat dat nu net landen zijn waar grote onzekerheid heerst rond handelsakkoorden en verkiezingen. Deze factor zet zeker een rem op overnames door Belgische bedrijven in het buitenland.”

Opvallend is verder ook dat de respondenten vrij kritisch zijn tegenover deze groeiende buitenlandse interesse. “Uit de bevraging blijkt dat Belgische M&A adviseurs vinden dat Belgische bedrijven, en meer bepaald jonge groeibedrijven met veel potentieel, typisch te vaak en te vroeg verkocht worden”, aldus nog Luypaert. “Daardoor verdwijnen beslissingscentra uit België. Dat kan deels te maken hebben met moed en cultuur. Belgische ondernemers kiezen soms eerder voor financiële zekerheid. Anderzijds kan je door in zee te gaan met een buitenlandse speler de groei van je bedrijf soms op heel korte termijn versterken en kan je heel snel internationaliseren. Voor de betrokken bedrijven is zo’n overname dus zeker niet negatief, maar voor België kan het wel nadelig zijn op vlak van tewerkstelling, ondernemerschapsklimaat, imago of extra lokale groeiopportuniteiten die we verliezen”.