Door de coronapandemie sloten vanaf midden maart de winkels, waardoor er in de eerste jaarhelft een daling was van de vergelijkbare wholesale-omzet met 23,5 procent. In de tweede helft van het jaar bedroeg de omzetdaling slechts 2 procent. Dit is grotendeels te danken aan de aanzienlijke groei van de verkoop in e-commerce.
De retailomzet van het eigen winkelnetwerk daalde vorig jaar met 36,6 procent. De geconsolideerde ebitda (winst voor intresten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen) daalde op vergelijkbare basis met 17,4 procent tot 40,1 miljoen.
Toch zegt Van de Velde nog een sterke balans en een ruime liquiditeit te hebben met een beschikbare kapitaal van 49,8 miljoen euro. “Van de Velde’s sterke financierings- en liquiditeitsstructuur is voldoende om het voortbestaan van de onderneming te verzekeren”, aldus het bedrijf. “In 2021 willen we opnieuw groei realiseren van zodra de evolutie van de COVID-19-pandemie het ons toelaat.”
Toekomst Amerikaanse winkels onzeker
14 jaar geleden maakte het Oost-Vlaamse familiale lingeriebedrijf ook de sprong naar de VS, met de instap in de lokale lingerieketen Intimacy. Die telde toen drie winkels, maar dat groeide snel naar vijftien. Van de Velde investeerde vele miljoenen en zag er een grote toekomst weggelegd voor Prima Donna, zijn merk voor vrouwen met een maatje meer. Dat succes bleef echter uit en veel winkels van de keten, die inmiddels herdoopt werd tot Rigby & Peller, leden grote verliezen.
Eén voor één verdwenen de winkels uit het straatbeeld. Nu heeft Van de Velde nog eens drie van zijn Amerikaanse lingeriewinkels definitief gesloten, waardoor er slechts zes overblijven. De vraag rijst of dit nog wel voldoende is. Volgens analisten is het einde van dit Amerikaanse avontuur alvast in zicht. CEO Marleen Vaesen ontkent alvast niet. “De vraag ligt door de pandemie zeker opnieuw op tafel”, zegt ze.
Ook in Duitsland en Denemarken sloten onlangs trouwens drie winkels van Van de Velde. Toch staat de strategie om eigen winkels in Europa uit te baten voor Vaesen niet ter discussie. “Eventuele bijsturingen zijn wel mogelijk. Zo zien we dat winkels op landelijke locaties het beter doen dan die in shoppingcentra of drukke, toeristische winkelstraten.”
