Bij Tupperware in Aalst werken ruim 240 productiemedewerkers vast in dienst. Bij Tupperware General Services, waar onderzoek en ontwikkeling en andere ondersteunende diensten onder resideren, gaat het om nog eens 44 medewerkers. Dat zijn eerder bedienden en kaderleden. Het is nog niet duidelijk waar het Belgische personeel aan toe is.
Geruchten over een nakend faillissement circuleren al jaren rondom het legendarische merk. Maar woensdag werdduidelijk dat het moederbedrijf bescherming tegen schuldeisers aanvraagt.
De voorbije week werd de productie in Aalst naar een absolut minimum teruggeschroefd. In de fabriek wordt amper nog gewerkt en een groot deel van het personeel zit thuis onder het stelsel van tijdelijke werkloosheid. De lokale directie zou beschikken over een overbruggingskrediet om bepaalde operaties voort te zetten, maar nieuwe productie zou niet meer worden opgestart. De komende periode zou in het teken staan van het verkoop van bestaande stock.
Het is niet duidelijk hoeveel personeelsleden er woensdagmiddag naar het fabrieksgebouw in Aalst zullen afzakken om de officiële mededeling bij te wonen. Bonden beloven wel een afvaardiging en zullen vernemen of er nog een toekomst is voor de fabriek of het logistiek centrum. Bij een snelle sluiting of een faillissement zullen de werknemers terugvallen op een beperkte compensatie door het Fonds Sluiting Ondernemingen (FSO).
De Amerikaanse groep Tupperware stapt in de zogenoemde Chapter 11-procedure, die bescherming biedt tegen schuldeisers. De bedoeling is dat de activiteiten tijdens die procedure voortgezet kunnen worden en dat er een verkoopproces wordt opgestart, zo kondigde ze woensdag aan.