De chemie- en farmasector stelt in de provincie Antwerpen meer dan 37.000 mensen tewerk. De sector zorgt voor een derde van alle exportinkomsten in België. Als de chemie en de farma bloeden, bloedt ook de Belgische economie. 2023 was al een crisisjaar. De export daalde vorig jaar met 18 procent, de omzet met 14 procent en het productieniveau van chemie-installaties lag op het laagste peil ooit.
Lees ook: BASF Antwerpen kondigt besparingsplan aan, vakbond vreest voor meer werkdruk
De volledige cijfers voor 2024 zijn nog niet bekend, maar de onophoudelijke stroom van slecht nieuws uit de sector baart grote zorgen. Zelfs BASF, met 3.700 werknemers in Antwerpen een van de omvangrijkste kroonjuwelen van de chemie, gaat tegen 2028 voor 100 miljoen euro aan besparingen doorvoeren en het aantal jobs verminderen, weliswaar zonder naakte ontslagen. De crisis snijdt diep.
Hoeveel van de capaciteit van de installaties van BASF in Antwerpen wordt vandaag niet gebruikt?
Jan Remeysen: “Meer dan 20 procent. Normaal gezien hebben we een capaciteitsbenutting van zo’n 90 procent, maar in de tweede helft van vorig jaar bedroeg onze capaciteitsbenutting minder dan 70 procent. We hebben toen verlies gemaakt. Het is nooit eerder gebeurd dat we zo’n lange periode in de rode cijfers hebben gezeten. Vandaag gebruiken we iets minder dan 80 procent van de capaciteit van onze installaties. Maar de vaste kosten, zoals in de inzet van personeel, blijven nagenoeg hetzelfde.”
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de crisis?
“Gas is in Europa vier of vijf keer duurder dan in de Verenigde Staten. Dat is een grote handicap, want wij gebruiken gas voornamelijk als grondstof om producten van te maken. Ik plaats het even in perspectief. Door de oorlog in Oekraïne is gas in Europa 70 procent duurder geworden dan in de periode 2014-2019. In de Verenigde Staten is gas vandaag 30 procent goedkoper in vergelijking met 2014-2019. Dat is dus al één handicap.”
“Daarnaast is de elektriciteitsprijs in Europa dubbel zo hoog dan in de Verenigde Staten. Dat is niet alles. In België is de elektriciteitsprijs ook nog eens 10 tot 20 procent duurder dan in onze buurlanden omdat de overheid allerlei heffingen oplegt op het gebruik van het elektriciteitsnet. En dat terwijl we voor onze klimaatdoelstellingen gas geleidelijk aan moeten vervangen door elektriciteit. We gaan in de komende jaren bijvoorbeeld investeren in e-boilers, waarmee we stoom gaan opwekken met hernieuwbare elektriciteit. Maar op die groene transitie worden we dus extra belast.”
Je spreekt van een kostenhandicap. Ik wil niet de pessimist uithangen, maar die handicap gaat wellicht nog groter worden. Want hoogspanningsnetbeheerder Elia moet extra investeren in de versterking van het elektriciteitsnet, door de toename van bijvoorbeeld elektrische auto’s, warmtepompen en windmolenparken op zee. Door die investeringen zouden de hoogspanningsnettarieven voor bedrijven vanaf 2025 ongeveer verdubbelen.
“Dan gaat de concurrentiepositie van onze sector nog verder achteruit. In Frankrijk en Duitsland krijgen de bedrijven een korting van 80 tot 90 procent op de tarieven voor het hoogspanningsnet. In België krijgen we vooralsnog geen korting. Dat is niet houdbaar.”
“Ik bekijk onze belastingen als een soort van buizensysteem. Wij gieten er vanboven heel veel water in, en vanonder druppelt er slechts een beetje water uit. Dat is toch niet normaal”
Jan Remeysen
De volgende federale regering zal zwaar moeten besparen. Waar zou dat geld voor fikse kortingen dan vandaan moeten komen?
“Van de groei van de industrie. Daarom moet de overheid die groei mogelijk maken, in plaats van moeilijk. We zijn als maatschappij blijkbaar vergeten waar onze welvaart vandaan komt. Het Planbureau heeft uitgerekend dat één job in de chemie en farma gemiddeld 2,5 jobs in andere sectoren creëert, bijvoorbeeld voor onderhoud van installaties, logistiek of inspectiediensten bij de overheid. Bovendien betaalt onze sector zomaar eventjes zo’n 6 miljard euro per jaar aan belastingen en sociale zekerheidsbijdragen aan de overheid. Dat is een serieus bedrag.”
“Ik bekijk onze belastingen als een soort van buizensysteem. Wij gieten er vanboven heel veel water in, en vanonder druppelt er slechts een beetje water uit. Dat is toch niet normaal. De politiek moet dat buizensysteem efficiënter organiseren. Er is nu actie nodig. Anders dreigen we de tak af te zagen die de welvaart van België creëert.”
“Nu lijkt het alsof ik de hele tijd aan het klagen ben, maar er zijn ook positieve zaken. We hebben sterke troeven. De chemiesector ligt in de haven, dus we kunnen de producten die hier binnenkomen onmiddellijk verwerken. We kunnen ze op een heel efficiënte en milieuvriendelijke manier naar onze klanten sturen via onder meer pijpleidingen, en onze sites zijn heel efficiënt op het vlak van grondstoffen- en energieverbruik.”
“Maar al die troeven zijn niet meer voldoende. We worden voorbijgestoken door de import van goedkopere chemieproducten uit onder meer China, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten. Door allerlei externe factoren zijn we niet meer concurrentieel. Daar moet nu iets aan worden gedaan.”
Ivan Pelgrims, CEO van het chemiebedrijf Evonik, pleit voor hogere invoerrechten op chemieproducten uit China.
“Ik begrijp dat dit bovenkomt vanuit een gevoel van onmacht, maar hogere invoerrechten kunnen leiden tot een tegenreactie. Dat willen we niet. De Antwerpse chemiesector is niet gebaat bij een handelsoorlog.”
De nieuwe Europese Commissie is zopas samengesteld. Kan Europa de Antwerpse chemie redden?
“We hebben begin dit jaar op onze site onder meer commissievoorzitter Ursula von der Leyen ontvangen met de boodschap dat er een industriebeleid nodig is. Ze heeft al gezegd dat ze de boodschap heeft begrepen. Nu moeten die woorden worden omgezet in beleid. Europa wil de beste zijn in klimaat, en wij dragen daar graag toe bij. Maar de regels zijn nu onrealistisch streng, waardoor veel klimaatprojecten niet van de grond komen.”
“Europa heeft de neiging om niet alleen het doel vast te leggen, maar ook de manier te bepalen waarop dat doel moet worden gehaald. Een vleugje ambitie moet er zijn, maar veel van die doelstellingen zijn ingegeven vanuit een zekere ideologie, en houden te weinig rekening met wat technisch en economisch haalbaar is.”
“Er zijn bijvoorbeeld bedrijven die hier zouden willen investeren in blauwe waterstof. Dat is waterstof waarbij het grootste deel van de vrijgekomen CO2 wordt afgevangen. Toch zijn er amper bedrijven die het effectief doen omdat de Europese milieuregels veel te streng zijn. Dat zit zo. Europa zegt dat het verbruik van waterstof tegen 2030 maar liefst 42 procent groen moet zijn, dus opgewekt moet worden met wind- en zonne-energie. Maar groene waterstof is peperduur. Bovendien moet die wind- en zonne-energie lokaal worden geproduceerd en moet die bijna onmiddellijk worden gebruikt. Dat is niet realistisch.”
“Als we dat doen, zijn we wel klimaatvriendelijk, maar prijzen we onszelf uit de markt. Bijgevolg zijn er amper bedrijven die in waterstof investeren, ook al zouden ze dat op zich wel willen. De regels van Europa moeten dus minder strikt worden. We moeten vergroenen, maar dat moet kunnen zonder ontslagrondes. De energietransitie moet niet alleen groen zijn, maar ook sociaal en economisch verantwoord.”
Een voorbeeld van jullie groene ambities is het project Kairos@C. Met dat systeem wil BASF ervoor zorgen dat CO2 op de site in Antwerpen niet meer in de lucht wordt geblazen, maar via een pijpleidingennetwerk wordt afgevoerd naar lege gasvelden in de Noordzee. Wanneer komt dat project er? En hoeveel uitstoot gaan jullie daarmee besparen?
“Met Kairos@C willen we op onze site 1 miljoen ton CO2 per jaar minder uitstoten ten opzichte van 2018. Dat project maakt deel uit van het grotere geheel Antwerp@C dat de uitstoot in de Antwerpse haven op termijn significant kan terugdringen. Bijna alle vergunningen voor het project zijn afgeleverd. Volgend jaar beslissen we of we het gaan doen of niet. Het hangt van de kosten af. Als we hierdoor meer geld aan CO2-uitstootrechten kunnen uitsparen dan het geld dat we in dit project investeren, is het goed voor ons. We moeten hier geen winst mee maken, maar we mogen onszelf zoals gezegd ook niet uit de markt prijzen. Als de beslissing positief is, zal het project tegen eind 2028 operationeel zijn.”
“We willen geleidelijk aan meer olie recycleren uit afval, waardoor er dus minder nieuwe olie moet worden opgepompt”
Jan Remeysen
Even iets anders. Deze zomer lekte er plots een brief van ondernemersorganisatie Voka uit waarin scherpe kritiek stond op havenbaas Jacques Vandermeiren. Hij zou te weinig luisteren naar bedrijven en andere spelers in de haven en te zeer vasthouden aan groene waterstof als toekomstige energiebron, zonder om te kijken of iedereen mee is. Wat vind je van het beleid van Vandermeiren?
“Ik vind het erg dat die brief gelekt is in de pers. We moeten die discussies intern voeren. Kijk, de Antwerpse haven ondersteunt de bedrijven in hun transitie naar groenere energie. Kan die ondersteuning nog beter? Ja. Doet het havenbestuur dat slecht? Nee. Daar wil ik het hier bij laten.”
Je hebt geen fundamenteel probleem met Jacques Vandermeiren als haventopman?
“Nee, ik heb geen fundamenteel probleem met de topman. Voor de rest meng ik me niet in die openlijke discussie.”
Hoelang zal BASF nog afhankelijk zijn van olie en gas?
“Je moet een onderscheid maken tussen fossiele brandstoffen en fossiele grondstoffen. Voor onze energie hebben we geen fossiele brandstoffen meer nodig. Wij gebruiken op onze site 100 procent hernieuwbare energie. Die is afkomstig van een windmolenpark in de Noordzee in Nederland waarin we zelf hebben geïnvesteerd.”
“Als grondstof zullen olie en gas nog lang nodig blijven. We maken daar immers producten van. Al zien we daar nu heel langzaamaan ook een kentering. We krijgen voor onze kraker in Antwerpen bijvoorbeeld olie binnen die uit kunststofafval en autobanden is gehaald. We willen geleidelijk aan meer olie recycleren uit afval, waardoor er dus minder nieuwe olie moet worden opgepompt.”
“We evolueren naar een circulaire economie. In de Antwerpse chemie-incubator BlueChem houden verschillende jonge bedrijven zich bijvoorbeeld bezig met dat soort projecten, ook om opgevangen CO2 te recycleren tot een nieuwe grondstof.”