De Zweedse telecomspecialist Ericsson, die in België een vestiging heeft met 300 medewerkers die wordt geleid door Saskia Van Uffelen, presenteerde recent het Ericsson Mobility Report. Dit rapport geeft inzicht in de toekomst van 5G-netwerken en verwacht dat er wereldwijd 150 miljoen 5G-abonnementen zullen zijn in 2021. Zuid-Korea, Japan, China en de Verenigde Staten zouden daarbij een voortrekkersrol spelen.
5G maakt het mogelijk om nieuwe toestellen en systemen te gebruiken in het tijdperk van The Internet of Things (IoT). Hierdoor ontstaan heel wat nieuwe mogelijkheden voor ondernemingen en voor de consument. Bedrijven die sterk focussen op Internet of Things zoals het Gentse AllThingsTalk (http://www.madeinoostvlaanderen.be/nieuws/allthingstalk-haalt-750-000-euro-vers-kapitaal-op/) kunnen zich daar alleen maar over verheugen.
Voorts aat het rapport een significante toename in mobiele videoconsumptie zien. In Noord-Amerika en Europa gaat het gebruik van video al zes keer hoger uitvallen over de periode van 2015 tot 2021. Het dataverkeer in Noord-Amerika gaat per gebruikte smartphone groeien van 3,8 naar 22GB per maand in 2021. In West-Europa verwacht Ericsson een sterke groei van 2 naar 18GB per maand.
Het dataverkeer blijft stijgen, zo worden wereldwijd twintig nieuwe mobiele breedbandabonnementen per seconde afgesloten. Er zijn nu al evenveel mobiele abonnementen als mensen op aarde. In 2016 bereiken we de grens van vier miljard smartphone-abonnementen.
“5G gaat over meer dan alleen snellere mobiele diensten”, zegt Saskia Van Uffelen. “Het maakt nieuwe diensten en systemen met betrekking tot The Internet of Things mogelijk. Zo heeft Ericsson een prototype ‘testbed’ gebouwd om 5G-netwerkfuncties en data-analyses toe te passen op het openbaar vervoer, waardoor die brandstof kunnen besparen, files vermijden en een lagere impact hebben op het milieu. 5G wordt echt belangrijk voor de maatschappij zodra de mogelijkheden worden omgezet van theorie naar praktijk. Deze toepassingen zullen dan ook impact hebben op het grote publiek.”