Met de winwinlening moedigt de Vlaamse overheid particulieren aan om een lening te verstrekken aan zelfstandigen, kmo’s en vzw’s. Het maximale bedrag ligt op 300.000 euro per kmo en 75.000 euro per kredietgever. Investeerders ontvangen een jaarlijks belastingvoordeel van 2,5 procent op het openstaande kapitaal van de lening.
Lees ook: Meer ondernemers kloppen aan bij PMV voor lening
Begin dit jaar was al bekendgemaakt dat er in 2023 in totaal 6.092 winwinleningen waren geregistreerd die samen goed waren voor een bedrag van 136 miljoen euro. De ouders zijn samen goed voor 48,3 procent van dat bedrag, zo blijkt nu uit berekeningen van Unizo. De winwinleningen waarbij de vader als kredietgever geregistreerd staat, vertegenwoordigen 26,5 procent. De moeder is nog eens goed voor 21,8 procent. Er staat altijd maar één individuele kredietgever aangeduid.
Voorts zijn kennissen goed voor 17 procent van de winwinleningen. Daarna volgen schoonfamilie (12 procent), investeerders (8,8 procent), broers en zussen (5,3 procent) en tenslotte ooms en tantes (3 procent).
“Vrienden en familieleden aansporen om kmo’s financieel bij te springen is een heel goede zaak”, zegt Johan Bortier, directeur van de UNIZO-studiedienst. “En de geldschieters kunnen er zelf hun voordeel mee doen, want het rendement ligt een pak hoger dan bij het spaarboekje of andere klassieke producten.”