De indicator van het ondernemersvertrouwen komt voor april uit op -11,9. In maart stond de index nog op -10,4.
In de verwerkende industrie is een flinke daling te zien na een opstoot van het vertrouwen in maart. De afname heeft vooral te maken met een aanzienlijk ongunstigere beoordeling van het voorradenpeil en een sterk neerwaartse herziening van de vraagvooruitzichten, zegt de Nationale Bank. De vooruitzichten voor de werkgelegenheid zijn in mindere mate naar beneden bijgesteld.
In de dienstverlening aan bedrijven, waar de indicator een tweede opeenvolgende daling liet optekenen, is het vertrouwensverlies vooral toe te schrijven aan een sterk neerwaartse herziening van de vraagvooruitzichten, die de forse opleving van vorige maand meer uitwist.
In de bouw is er wel een lichte verbetering van het vertrouwen. Daar werd het materieel intensiever gebruikt en verstevigde de orderpositie voor de derde maand op rij.
In de handel worden de verslechterde vraagvooruitzichten en negatievere verwachtingen rond de bestellingen bij de leveranciers gecompenseerd door verbeterde werkgelegenheidsvooruitzichten.