Een onderneming kan in een Voka Digihub terecht om praktische problemen aan te pakken met digitale technologie. Het is een unieke samenwerking tussen Voka Oost-Vlaanderen en 11 kennisinstellingen om bedrijven te helpen bij hun digitalisering.
“In Oost-Vlaanderen hebben we de ideale potgrond om de bedrijfs- en onderzoekswereld bij elkaar te brengen en Voka Oost-Vlaanderen kan die brug het beste slaan”, zegt Geert Moerman, Gedelegeerd Bestuurder van Voka Oost-Vlaanderen. “De ambitie is om in Oost-Vlaanderen minstens 100 KMO’s via de Digihub een digitaliseringssprong te laten maken.”
Innovaties testen en valideren
In het consortium zitten naast Voka ook KULeuven, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool, Flanders BIO, ILVO, Universiteit Gent, UZ Gent, Odisee , Flanders Make en Sirris. De Kick off bij UGent-imec is dus de eerste in een reeks van 10 bezoeken bij elk van de deelnemende kennisinstellingen.
Matthias Strobbe van UGent-imec zegt hierover: “We stellen onze expertise en infrastructuur graag ter beschikking voor ondernemers. Naast onze brede expertise in het domein van digitalisering, stellen we ook onze labo’s zoals het HomeLab, het Industrial IoT Lab en het Wireless Lab ter beschikking. Innovaties in de domeinen van slimme residentiële services, draadloze communicatie, digital manufacturing en smart products kan men bij ons testen en valideren. Het is volgens ons van groot belang om samen te werken met kennisinstellingen en andere bedrijven; enkel samen kunnen we tot nieuwe oplossingen komen voor economische en digitale vraagstukken.”
Quickscan
Voka doet, naast de digihub, nog meer inspanningen om bedrijven met hun digitalisering te helpen. Via een quickscan kunnen bedrijven gratis een status-update krijgen van hun digitalisering. Christel Geltmeyer, manager innovatie bij Voka Oost-Vlaanderen: “Bedrijven moeten eerst weten waar ze staan, voor we ze naar het juiste traject en de juiste kennispartner kunnen doorverwijzen. We zetten vol in op sterk gedigitaliseerde bedrijven, dat is nodig voor onze productiviteit en om de concurrentie met het buitenland aan te kunnen.”