Het veelbesproken antidiscriminatieplan, waarbij onder meer via praktijktesten zal worden gekeken of bedrijven zich schuldig maken aan discriinatie, werd op 24 maart goegekeurd.
Een dag eerder had het al tot een verbolgen reactie van Voka geleid. “Het is betreurenswaardig dat de laakbare houding van een aantal ondernemingen ten aanzien van minderheidsgroepen wordt ingeroepen om alle bedrijven over dezelfde kam te scheren”, verklaarde gedelegeerd bestuurder Geert Moerman. “Want tegenover hen staan duizenden ondernemers die met openheid en goodwill de hand reiken naar talent, welke ook de origine of de natuur van dat talent is. Bedrijven speuren naar mensen met sterke competenties die engagement en inzet tonen. Onze ondernemingen maken dus zeer zeker een onderscheid tussen mensen, maar zij discrimineren niet. Zij trekken sterke medewerkers aan die getuigen van een positieve attitude, een gedegen opleiding en bruikbare competenties.”
Ondertussen liepen bij Voka ook getuigenissen binen van ondernemers die uitleggen hoe ze aan integratie werken. Björn Accou is zaakvoerder van Idee Fiks, een bedrijf met 12 werknemers uit Melle dat concepten bedenkt om kinderen te betrekken bij projecten. “Wij voeren dagelijks een inclusief beleid, iedereen is hier welkom. Dat betekent dus dat wij niet alleen open staan voor allochtone mensen, maar ook voor met mensen met een beperking of voor laaggeschoolden. Eigenlijk is het een cultuurkeuze. Je toont je bereid om mensen te helpen ontwikkelen en zo een barrière overwinnen. Dat kan een taal zijn, een handicap, een foute studiekeuze.”
Marc Benmeridja, CEO van GIS International, met standplaats in Gent en kantoren in 14 landen verzorgt internationaal inkoopactiviteiten voor derdenbedrijven. Hij benadrukt dat ondernemingen een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben die zij ook in de meeste gevallen ter harte nemen. “Jammer genoeg hebben de media bijna uitsluitend aandacht voor de gevallen waarin het fout loopt. En nu is de heise over het Gentse antidiscriminatieplan weer de aanleiding om ondernemers af te schilderen als mensen die tegen diversiteit zijn.. Terwijl diversiteit, onze meertaligheid en interculturele rijkdom net de grote sterkten zijn van dit land.” GIS telt wereldwijd 80 werknemers waarvan 25 in Gent.” De helft zijn niet-Belgen, voor een deel ook van buiten Europa afkomstig.
Koen Bogaert is managing director van de Gentse standenbouwer Publiganda: “Tien procent van onze 44 mensen zijn van vreemde origine en wij zijn heel tevreden over hen. Ik geloof niet dat mensen en bedrijfsleiders in het algemeen zo racistisch of discriminerend zijn als actueel wordt voorgehouden. De ervaring leert mij dat er vooral een probleem van attitude is. Werknemers moeten bijvoorbeeld beseffen dat op tijd komen vaak een vereiste is in ondernemingen. Sommige mensen – van allerlei pluimage – kunnen daar moeilijk mee om en verliezen op die manier misschien een kans op een job. In elk geval zijn wij bereid om veel te investeren in opleiding. De aanpak van de stad Gent met dit plan lijkt me evenwel niet de goede piste.”
Ingrid Walry van call center Sebeco, dat in Gentbrugge 80 medewerkers heeft. “Ik begrijp echt niet waarom dit plan wordt ingevoerd. Bij ons werken heel wat mensen met niet-Belgische roots. Zij zijn sterk in talen. Als je werkt op de competenties van mensen, neem je altijd de goede beslissing en dien je ook de zaak van de diversiteit.”
Geert Moerman: “Voor mensen die moeilijker aan de bak komen op de huidige arbeidsmarkt, blijft het onze maatschappelijke, collectieve verantwoordelijkheid en de individuele plicht van de betrokkene om te blijven investeren in het versterken van de eigen talenten. Daarom ook lanceert Voka sinds jaren projecten en programma’s die kansen bieden aan mensen wiens profiel minder goed spoort met de noden op de arbeidsmarkt. Het stigmatiseren van een hele bedrijvenpopulatie als potentieel discriminerend via dubieuze opsporingstechnieken en in een sfeer van wantrouwen zal mijns inziens een averechts effect sorteren. Daar komt nog eens bij dat het plan moeilijk uitvoerbaar is, wetenschappelijk vragen oproept en juridisch ongegrond is.”
Hij voegt er tot slot aan toe: “Blijven sensibiliseren en optreden tegen echte misbruiken of manifeste onwil is noodzakelijk en terecht. De generieke verdachtmaking aan het adres van zij die voor elkeen inkomen en welvaart genereren, is fout. Dat onderscheid had de stad Gent toch moeten maken.”