North Sea Port

North Sea Port gaat pijpleidingen leggen naar Port of Antwerp-Bruges

Het Belgisch-Nederlandse havenbedrijf North Sea Port gaat pijpleidingen leggen naar Port of Antwerp-Bruges, de havens van Antwerpen en Zeebrugge. Zo moet er een netwerk ontstaan dat gas kan vervoeren tussen de drie belangrijkste havens van ons land en het buitenland.

Dat is nodig omdat pijpleidingen steeds belangrijker worden in de energietransitie. Onder meer voor de afvang en opslag van CO2 of het vervoeren van waterstof. De samenwerking is maandag aangekondigd: North Sea Port wordt minderheidsaandeelhouder van Pipelink.

Pipelink is een dochteronderneming van Port of Antwerp-Bruges die nationale en internationale pijpleidingsprojecten ontwikkelt en die vandaag al 750 kilometer pijpleidingen in België bezit. North Sea Port kan de clusters in Zeebrugge en Antwerpen met elkaar verbinden en is dus een belangrijke schakel in het verhaal.

Door de pijpleidingsinfrastructuur gezamenlijk uit te bouwen, krijgt Pipelink wind in de zeilen. “Door het verbinden van de Belgische havenplatformen kunnen we onderlinge concurrentie en mogelijke duplicatie van dure infrastructuur voorkomen”, zegt Jacques Vandermeiren, voorzitter van de raad van bestuur.

Door het partnerschap zijn voortaan de drie grootste Belgische havenplatformen Antwerpen, Gent en Zeebrugge vertegenwoordigd. Naast Gent maken ook het Nederlandse Vlissingen en Terneuzen deel uit van North Sea Port. Tal van energie-intensieve bedrijven, zoals staalproducent ArcelorMittal, bevinden zich in de Gentse havenzone.

Onder meer bij ArcelorMittal wordt al jaren geïnvesteerd in het afvangen en opslaan van CO2. Op termijn wil ArcelorMittal CO2 als grondstof gebruiken voor verschillende toepassingen. Maar daarvoor is dus een nationaal netwerk van pijpleidingen nodig, dat door Pipelink zal worden aangelegd.

Fluxys, Pipelink, Socofe en FPIM hebben bovendien de krachten gebundeld om CO2 ook over de nationale grenzen te kunnen transporteren.