In de raffinaderij van TotalEnergies in de Antwerpse haven komt ruwe olie binnen. Die wordt omgezet in diesel, benzine, huisbrandolie en brandstof voor vliegtuigen. De brandstof die in Antwerpen wordt gemaakt, is bedoeld voor tankstations in België, Nederland en West-Duitsland. In de raffinaderij werken zo’n 1.750 mensen.
“De raffinaderij kan een technicus aanwerven die tien jaar ervaring heeft als technicus in een garage. Tegelijkertijd kan de raffinaderij een andere technicus aanwerven die tien jaar ervaring heeft in een chemiebedrijf. Het kan zijn dat die ene technicus niet de volle tien jaar anciënniteit meekrijgt, en die andere wel”
Levi Sollie, secretaris ABVV
Maar volgens de socialistische vakbond ABVV zijn veel van die mensen vandaag niet tevreden met de manier waarop hun anciënniteit wordt berekend. In veel bedrijven is anciënniteit een eenvoudig begrip: hoe meer jaren je in dienst bent, hoe hoger je anciënniteit, en dus hoe hoger je loon. “Maar in de raffinaderij in Antwerpen wordt die anciënniteit niet gewoon volgens het aantal gewerkte jaren vastgesteld, maar wel volgens wat de directie als relevante ervaringsjaren beschouwt”, zegt Levi Sollie, secretaris van de socialistische vakbond ABVV. “Bijvoorbeeld: de raffinaderij kan een technicus aanwerven die tien jaar ervaring heeft als technicus in een garage. Tegelijkertijd kan de raffinaderij een andere technicus aanwerven die tien jaar ervaring heeft in een chemiebedrijf. Dan kan het zijn dat de directie, op een willekeurige basis, beslist dat die ene technicus niet de volle tien jaar anciënniteit meekrijgt, en die andere wel.”
“Verschil van vele duizenden euro’s in een loopbaan”
Dat systeem van anciënniteitsberekening wordt bij de bedienden van de raffinaderij al sinds 2013 toegepast. Sinds vorig jaar wordt het ook voor de arbeiders gebruikt. “Nu ook bij de arbeiders een gewerkt jaar niet meer automatisch gelijk is aan een jaar anciënniteit, is daar ook onvrede ontstaan”, zegt Levi Sollie. “Voor alle duidelijkheid: een lagere anciënniteit kan leiden tot een verlies van vele duizenden euro’s aan inkomsten in een loopbaan. Dit is dus een belangrijk thema. Ik begrijp ook niet waarom TotalEnergies die subjectieve berekening van anciënniteit doorvoert in de raffinaderij, terwijl het in zijn eigen chemiefabriek in de Antwerpse haven wél gewoon met effectief gewerkte jaren werkt.”
De directie van TotalEnergies wijst er in een reactie op dat de raffinaderij deel uitmaakt van de petroleumsector en dat de andere fabriek tot de chemiesector behoort. Beide sectoren hebben aparte collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). “Na de overgangsperiodes die in deze cao’s werden voorzien, zijn de verschillen tussen die overeenkomsten nu pas merkbaar geworden”, zegt Tom Claerbout, woordvoerder van TotalEnergies. “De gesprekken met de personeelsafgevaardigden over dit thema zijn nog steeds bezig.”
Mogelijke staking vanaf 13 januari
Door het dispuut tussen een deel van de werknemers en de directie hebben de vakbonden een stakingsaanzegging voor de raffinaderij ingediend voor volgende week. Als er deze week dus geen akkoord met de directie wordt gevonden, zou het gros van de 550 werknemers van de volcontinue shift het werk van maandag 13 tot en met vrijdag 17 januari neerleggen. Bij de werknemers van die volcontinue shift zou de onvrede het grootst zijn.
Als de staking er komt, betekent dat niet dat tankstations zonder brandstof zullen vallen. TotalEnergies heeft een voorraad aan benzine en diesel, en bovendien kunnen de tankstations ook bevoorraad worden vanuit de raffinaderij in Noord-Frankrijk.
Directie is bereid tot toegevingen
Maar het sociaal conflict lijkt niet zo snel op te lossen. De onderhandelingen tussen vakbonden en directie van de raffinaderij van TotalEnergies in de Antwerpse haven zijn al sinds begin december bezig. TotalEnergies zou volgens de socialistische vakbond wel bereid zijn om enkele toegevingen te doen. Zo zouden vijftien van de vijfhonderd dossiers van werknemers waarover discussie is, alsnog kunnen worden besproken. En als bij een werknemer verschillende jaren werkervaring als “niet relevant voor de berekening van de anciënniteit” zouden worden beschouwd, zouden maximaal drie jaren toch kunnen worden geregulariseerd. “Maar die toegevingen zijn niet voldoende, omdat de berekening van anciënniteit te willekeurig blijft, en de discussie dus niet wordt opgelost”, zegt Levi Sollie.