De Belgische financiële dienstengroep Moore Stephens Belgium, die in Oost-Vlaanderen kantoren heeft in Drongen, Aalst, Dendermonde, Geraardsbergen, Ninove, Oudenaarde en Zele, wijst in een opvallend bericht in haar newsletter dat ondernemers en zelfstandigen met een venootschap opnieuw meer kans maken om kosten die verband houden met de aankoop door de vennootschap van een woning of tweede verblijf fiscaal af te trekken.
“De fiscus heeft zich daar in de loop der jaren steeds sterker tegen verzet”, schrijft Robin Messiaen, Senior Manager Tax & Legal, “en dat leidde tot verschillende rechtszaken, die afhankelijk van het geval nu eens wel gunstig uitdraaiden voor de belastingplichtigen en dan weer niet. En als de zaken naderhand voor het Hof van Cassatie werden gebracht, leidde dat bijna altijd tot niet altijd even duidelijk interpreteerbare uitspraken.”
Dat kosten slechts aftrekbaar zijn als ze “inherent zijn aan het beroep”, is volgens Messiaen duidelijk niet erg concreet. “Maar voor de fiscus volstond het wel om systematisch kosten te verwerpen die niet letterlijk overeenkomen met de doelomschrijving van de vennootschap”, schrijft Messiaen nog. “De fiscus viseerde daarbij met name tweede verblijven.”
Moore Stephens wijst nu op vier recente arresten van het Hof van Cassatie die dateren van juni 2015, dat het “niet inherent zijn aan het beroep” geen reden meer is om kosten rond woningen en tweede verblijven die zijn aangekocht door een vennootschap te verwerpen.
“Dat heeft een enorme impact”, schrijft Robin Messiaen, “want hoewel het Hof niet gezegd heeft dat kosten die niet in het verlangde liggen van het maatschappelijke doel altijd ipso facot mogen worden afgebroken, zal de fiscus toch definitief de strijdbijl mogen begraven. Maar het blijft wel belangrijk een goed en evenwichtig dossier op te bouwen.”