bedrijfswagen-bestuurder

Mobiliteitsbarometer Oost-Vlaanderen: Recordaantal bedienden met bedrijfswagen

GENT – De mobiliteitsbarometer van HR-dienstenbedrijf Acerta brengt opnieuw de mobiliteitsgewoontes van de Oost-Vlaamse werknemers in kaart. Hieruit blijkt dat 75,1% van hen de auto gebruikt om (een deel van) het traject naar het werk af te leggen. Het voorbije jaar hebben bovendien 24,2% bedienden in Oost-Vlaanderen een wagen van het werk gekregen, een absoluut record! Maar ook de fiets blijft populair: 1 op de 5 fietst altijd naar het werk. Het openbaar vervoer krijgt – door corona – klappen: nog slechts 7,2 % van de Oost-Vlaamse werknemers rekent al eens op trein, tram of bus om naar het werk te gaan.

Opnieuw recordaantal bedrijfswagens

Voor het tweede jaar op rij heeft het coronavirus zijn stempel gedrukt op onze maatschappij, en dus ook op de manier waarop we naar het werk pendelen. We gingen dan wel minder naar kantoor in 2021, maar aan Koning Auto heeft de crisis niet geraakt, integendeel. Als we vorig jaar dan toch naar de werkvloer gingen, gebeurde dat door driekwart (75,1 %) van de werknemers in Oost-Vlaanderen met de auto. 58,4 % koos zelfs altijd voor de auto om naar de werkvloer te gaan. En weer kregen meer bedienden een wagen van het werk ter beschikking: 24,2 % van de Oost-Vlaamse bedienden heeft nu zo’n bedrijfs-/salariswagen.

Figuur 1: woon-werkverkeer 2021, Oost-Vlaanderen versus Vlaanderen – combinaties inbegrepen

Lieve De Cock, kantoordirecteur Acerta Aalst: “Het aantal bedrijfswagens op onze wegen blijft stijgen. Het illustreert dat zo’n wagen van het werk voor ondernemingen een sterke troef is en blijft om personeel aan te trekken, zeker in de krappe arbeidsmarkt. Ondernemingen zullen er hoog blijven op inzetten omdat nog geen enkel alternatief even hoog gewaardeerd wordt door werknemers. Het is zelfs zo: hoe krapper de arbeidsmarkt, hoe sterker de positie van de bedrijfswagen. Aangezien de bedrijfswagen duurzamer moet worden, gaan we met het plan om de fiscale voordelen van bedrijfswagens met een brandstofmotor af te bouwen, de goede kant uit. Als ook het hybride werken – een combinatie van werk op kantoor en thuis – na corona standhoudt en werknemers minder pendelkilometers afleggen, boeken we dubbele winst.”

1 op 5 Oost-Vlaamse werknemers fietst altijd naar het werk

De fiets blijft het goed doen in het woon-werkverkeer, maar algemeen zien we toch een stagnering ten opzichte van het eerste coronajaar 2020 – dat geldt ook voor de fietsvergoedingen. Van de Oost-Vlaamse werknemers rekent meer dan een derde (36,4 %) op de fiets voor de woon-werkverplaatsing, voor het volledige traject of een deel ervan. 15,2 % combineert de fiets met de auto. Maar vooral, als de Oost-Vlaming voor de fiets kiest, doet die dat met veel overtuiging: bijna 1 op 5 (19,2 %) werknemers komt altijd op de fiets naar het werk.

Figuur 2: Verdeling verschillende mobiliteitsoplossingen Oost-Vlaanderen (2021)

Openbaar vervoer heeft het moeilijk, ook in Oost-Vlaanderen

Steeds minder mensen nemen trein, tram of bus om naar het werk te pendelen. In Oost-Vlaanderen rekende nog maar 7,2 % van de werknemers op het openbaar vervoer. Het percentage Oost-Vlaamse werknemers dat – thuiswerkdagen niet meegerekend – élke dag met het openbaar vervoer naar het werk komt, is in 2021 zelfs gezakt naar 4,3 %.

Hybride bedrijfswagen wint aandeel ten koste van diesel

Nog een evolutie waar de mobiliteitsbarometer voorzichtig de eerste signalen van opvangt, is de vergroening van het bedrijfswagenpark. Het gros van de Belgische bedienden met een bedrijfswagen heeft nog een diesel (67,1 %), maar dat aandeel is met meer dan 7 procentpunten gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dat komt omdat vooral de hybride wagen terrein wint: van 2,5 % naar 5,7 % op één jaar tijd. Elektrische bedrijfswagens maken op dit moment slechts 1,4 % uit van het wagenpark, maar Acerta verwacht dat die categorie door de veranderende fiscaliteit sterk aan belang zal winnen de komende jaren.

Figuur 3: Percentage bedrijfswagens per type brandstof in 2020 en 2021

Een laatste cijfer uit de mobiliteitsbarometer: de Oost-Vlaming woont gemiddeld 20,5 kilometer van het werk vandaan. Elk jaar stijgt in België de afstand tussen thuis en werk wel licht. Hoe het vele thuiswerk die afstand verder zal beïnvloeden in de toekomst, zal de komende jaren moeten blijken.