Neen, Honduras is niet het walhalla voor buitenlandse ondernemers. Economisch zit het land in dezelfde gewichtsklasse als Zimbabwe en Afghanistan, en de armoedecijfers zijn er bij de hoogste van Latijns-Amerika.
Toch heeft Honduras een prominente plaats in enkele opvallende exporttabellen. Truien, T-shirts, schaaldieren, draden en kabels: allemaal ‘made in Honduras’. Maar de meest voorname handelswaar is ongetwijfeld koffie. Het land stuurt meer containers met ‘zwart goud’ over de oceaan dan Indië, China en elk ander Centraal-Amerikaans land.
Koffieboer op afstand
Honduras koffieland, weet ook Rony Dario Alba Vega. Hij groeide op in Atima te midden de plantages. De liefde voor Annelies, op dat moment actief als vrijwilliger in Honduras, bracht hem helemaal naar Assenede. “Rony heeft hier in België meteen onze koffiecultuur leren kennen”, vertelt Annelies. “Hij heeft dan beslist om een plantage op te starten met zijn familie in Atima en hier bij ons te verkopen.”
Rony woont al sinds 2003 in België. Twee keer per jaar keert hij terug naar zijn heimat, telkens voor een periode van vijf weken. “Ons domein is 10 hectare, waarvan 6 alleen voor de koffie”, legt Rony uit. “Tijdens de pluk schakelen we soms 25 tot 30 mensen in, maar op andere momenten van het jaar is dat veel minder. Op het platteland van Honduras werken ze niet met echte arbeidscontracten, eerder met opdrachten met dag. De lonen liggen daar op 15 à 18 euro per dag tijdens de oogst. Op andere momenten van het jaar liggen die een stuk lager.”
“Ook in Honduras klagen ze over tekort aan personeel. Dat weegt op de koffieteelt”, zegt Rony. “Bij de jonge generaties is er een andere mentaliteit: ze dromen ervan om te emigreren naar Amerika of Europa.”
Obstakels
Koffie is voor Honduras een essentiële bron van buitenlandse inkomsten, maar die vloeien niet per se naar de kleine telers. “Ze kunnen niet concurreren met de grote coöperatieven”, hekelt Rony. “De belangrijke contracten met multinationals zijn in handen van een paar grote spelers. Er zijn zelfs wetten die ervoor zorgen dat je als kleine teler niet kan exporteren, ook niet naar Guatemala een paar kilometer verderop.”
“Ook voor ons heeft het veel tijd gekost om uit te zoeken hoe we de koffie naar hier kunnen importeren: zowel wat betreft de reglementering in Honduras als in België”, herinnert Annelies zich. “Met de hulp van IHCafé (sectororganisatie in Honduras, red.) en de transportfirma zijn we erin geslaagd om aan de juiste papieren te geraken en alles geregeld te krijgen.”
‘Alles is voor morgen’
Arbeidstekort, oneerlijke concurrentie en bureaucratie zetten de koffiesector in Honduras onder druk. Gelukkig zijn er ook hoopgevende signalen. “Ik zie bijvoorbeeld dat boeren meer kansen krijgen om opleidingen te volgen”, vertelt Rony. “En er liggen natuurlijk veel kansen voor toerisme. Honduras heeft een mooie natuur en veel sympathieke mensen.” (lacht)
“Ik heb zelf een jaar in Honduras gewoond en hun manier van leven echt leren appreciëren”, pikt Annelies in. “Er is een mentaliteit van ‘alles is voor morgen’ en ook een sterk gevoel van samenhorigheid. Soms moeten we lang wachten op onze boot, maar daar moet je mee leren leven.”
Een terugkeer naar Honduras is echter niet aan de orde, besluit Rony. “Ik zou graag in Honduras wonen, maar met onze twee kinderen is dat wat moeilijk. En het leven is goed hier in België.”
Lees ook: Ondernemen in het buitenland: techbedrijf of bakker, je neemt maar beter deze lessen in acht