Zoals de koekoek zich installeert in een verlaten nest, zo gaat de kersverse coöperatieve vennootschap “Koekoekwonen” op zoek naar afgedankte huizen of appartementen om die een nieuw leven te geven.
“In Vlaanderen staan tienduizenden woningen leeg”, zegt initiatiefnemer Kurt Goetgebuer, die vanuit zijn aannemers- en renovatieactiviteiten de sociale woonmarkt goed kent. “De jongste zeven jaar is de leegstand zelfs met 70% toegenomen. Tegelijk is er een steeds stijgende vraag naar huurwoningen en zien we lange wachtlijsten. Met Koekoekwonen willen we een driedubbele win-win realiseren: iets doen aan het probleem van de leegstand, ervoor zorgen dat mensen sneller een sociale huurwoning vinden en op die manier ook de overheid helpen, die tegenwoordig met heel krappe budgetten zit.”
Leegstand vervangen door sociaal wonen is de missie van Koekoekwonen. Enerzijds door gerenoveerde panden aan te bieden op de sociale verhuurmarkt, anderzijds door ze te verkopen op de privémarkt. Koekoekwonen wil verloederde woningen aankopen en renoveren om de verkrotting van de woningen tegen te gaan. Dat verklaart ook de naam van de coöperatieve vennootschap, die bedacht is door het Gentse reclamebureau De Blauwe Peer: ook de koekoek geeft immers oude en gebruikte nesten een nieuwe bestemming door er hongerige jongen in onder te brengen. De komende vijf jaar wil Koekoekwonen minstens 100 woningen aanpakken en renoveren volgens de Vlaamse wooncode.
“Daarvoor hebben we geld nodig”, zegt Kurt Goetgebuer. “En we denken dat we dat het gemakkelijkst kunnen vinden door zowel de gewone spaarder, als de institutionele belegger en de bedrijven de kans te bieden om aandelen van de coöperatieve venoootschap te kopen, waarop we een jaarlijks dividend van 2,5% willen uitkeren, een rendement dat beduidend hoger ligt dan dat van een klassiek spaarboekje. Omdat het om een vastgoedinvestering gaat, blijven de aandelen ook hun waarde behouden. En er is ook de zekerheid van de huurinkomsten. Dat zijn voldoende argumenten om beleggers te overtuigen. Vandaar dat wij een streefcijfer van 10 miljoen euro hebben vooropgezet.”