2015 was voor Jan De Nul Group op vele fronten een jaar van grote uitdagingen. De wereldeconomie vertraagde fors en ook de BRICS-landen raakten in een recessie. Bovendien daalde de olieprijs tot op een dieptepunt.
“De omstandigheden voor Jan De Nul Group om in 2015 een sterk resultaat neer te zetten, waren dan ook zeer uitdagend”, zegt CFO Paul Lievens. “Dankzij zijn diversificatie, zowel qua activiteit als geografisch, slaagde de groep er echter in om de verwachtingen te overtreffen.”
Op de traditionele baggermarkt kon Jan De Nul Group deelnemen aan het omvangrijke Suezkanaalproject in Egypte, waar de groep iets meer dan een derde van het totale gebaggerde volume voor haar rekening nam. Ook de diversificatie naar de Afrikaanse markt droeg via de ondertekening van enkele grote baggercontracten bij tot de resulaten van de groep.
Binnen de afdeling civiele werken kon Jan De Nul Group heel wat projecten uitvoeren in de zorgsector en in de residentiële bouw. Op de PPS-markt werkt de groep volop verder aan het autosnelwegproject A11 Brugge-Knokke. Eind 2015 werden ook de eerste PPS-stappen in Nederland gezet met name voor de aanleg van de Prinses Beatrixsluis. Bovendien startte de groep in 2016 met de bouw van een viaduct in Luxemburg, Irbich Clervaux.
De milieuactiviteit verdedigt met succes haar marktaandeel in België, mede door de verdere uitbouw van PSR Brownfield Developers. Bovendien werden in 2015 belangrijke stappen gezet in het buitenland met projecten in Zweden en Noorwegen. Om een antwoord te bieden op de groeiende markt van sedimentenbehandeling, werd in Frankrijk nabij Toulon een nieuw grond- en sedimentverwerkingscentrum ingehuldigd en startte men ook in België (Luik) met de bouw van een centrum.
Dit alles leidde toen een omzetstijging met bijna 10% ten opzichte van 2014 tot een bedrag van 2,24 miljard euro en een stijging van de EBITDA tot een recordbedrag van 632 miljoen euro en van de nettowinst tot 265 miljoen euro.