Afbeelding4 Foto Erwin Mynsberghe

Het is niet alleen ‘blingbling’ in Latem: welkom in het ouderwetse buurtwinkeltje van Astrid

SINT-MARTENS-LATEM - Amper vier maanden na een pijnlijke val waarbij ze haar heup brak, staat de 77-jarige Astrid De Caluwé weer achter de toonbank van haar buurtwinkeltje Huis Astrid in de Latemstraat. En dat doet ze al 56 jaar.

Geen grote raampartijen, heldere verlichting en minimalistische inrichting. In Huis Astrid in de Latemstraat, pal in het centrum van de mondaine gemeente, is de tijd blijven stilstaan. In de rekken van de ietwat duistere, kleine buurtwinkel liggen producten waar de vervaldatum weinig vat op heeft, zoals zeep, haarlak, kousen, schoonmaakproducten en tandpasta. Dozen liggen er opgestapeld en er hangt een geur die je liefdevol als muf kan omschrijven.

Zaakvoerster sinds dag één is Astrid De Caluwé. In 1966 opende ze haar Huis Astrid, toen nog iets verderop in de Kouterbaan. “Ik was 21 jaar. Omdat de Kouterbaan werd verbreed, werden we zes jaar later onteigend”, herinnert ze zich. “We zijn dan verhuisd naar een over te nemen melkwinkel in de Latemstraat.”

 

Foto Erwin Mynsberghe

“Vroeger had ik veel meer in de winkel. Charcuterie en de Lotto doe ik niet meer. Enkel nog tabak, korte drank, bier en wat huisgerief. Ik heb vier jaar geleden een hersentrombose gehad en meer zou niet meer gaan. Ik ben ook geen ochtendmens, dus ik doe maar open vanaf 9 uur tot wanneer het donker wordt.”

Bedorven middelen

Een smet op het blazoen van de kranige Astrid is de veroordeling voor de verkoop van bedorven voedingsmiddelen en de aanpassing van vervaldata. Daarvoor kreeg ze in 2005 zes maanden celstraf. Ze heeft die feiten altijd ontkend. De bedorven goederen zouden per ongeluk in de winkel zijn beland. De gewijzigde data zouden het werk zijn van kinderen uit de familie die winkeltje speelden in haar magazijn.

“Zo lang dat ik goed ben, doe ik voort.”

Astrid De Caluwé

Vandaag schuifelt Astrid van haar achterkamertje naar de winkel met behulp van een bezemsteel. “Mijn looprek kan niet door de gang want die is te smal”, legt ze uit. Dat looprek is er gekomen na een bijzonder onfortuinlijke val in haar tuin, drieënhalve maand geleden. “Ik heb een kwartier op de grond gelegen, want ik kon niet meer rechtstaan. Een buur heeft mij horen roepen. De ambulanciers hebben mij als met een vuilblik moeten opscheppen. Mijn heup was gebroken, maar die is goed aan het genezen, zegt de dokter. Er zit nu ook een spil in mijn been die er niet meer uit gaat. Ik voel me soms als een barometer. Toen het vorig weekend regende, had ik pijn in dat been”, zegt Astrid lachend.

Ondanks haar val heeft Astrid er nooit aan gedacht haar winkel te sluiten. “Ik heb zeven weken bij mijn zoon gelogeerd, maar ik wou naar huis komen. Om iemand te zien, heb ik dan maar weer mijn winkel geopend”, zegt de zelfverklaarde goestedoener.

In de meer dan een halve eeuw dat ze haar winkel openhield, zag Astrid Latem enorm veranderen. “Toen ik startte was dat was hier een dorp en kijk nu, ’t is gelijk een stad geworden. Er zijn ook geen boeren meer in Latem”, stelt ze vast. Ondanks de gezondheidsperikelen staat stoppen niet in haar agenda. “Daar denk ik nog niet gaan. Zo lang dat ik goed ben, doe ik voort. Ik mag alleen niet meer vallen, dan is het gedaan.”