Alle groten der aarde zijn sinds 21 januari bij elkaar in het mondaine Zwitserse Davos, voor de jaarlijkse hoogmis van het World Economic Forum. De organisatoren gaan er prat op dat voor de 45ste editie van dit evenement een record aantal deelnemers is opgekomen.
Het gaat om 1.500 topindustriëlen uit meer dan 100 landen, meer dan 40 staatshoofden en regeringsleiders – ook het Belgische koningspaar en premier Charles Michel en Vlaams minister-president Geert Bourgeois zijn van de partij – 14 Nobelprijswinnaars, een paar tientallen van de meest vooraanstaande academici ter wereld, en zelfs zanger Pharell Williams die wereldberoemd werd met het liedje “Happy”. Korom de crème de la crème van al wie in politieke en de economische wereld iets te betekenen heeft, zit nog nog tot zaterdag in Zwitserland om er van gedachten te wisselen over de wereldproblemen zoals terrorisme en geopoliotieke onstabiliteit en om te proberen grip te krijgen op de toekomst. Bij de zowat 2.500 deelnemers zijn er ook 37 Belgen en voor zover we konden nagaan zitten daar geen Oost-Vlamingen bij. Echt verwonderlijk is dat niet want ondernemingen die hun CEO willen sturen om zo contacten te leggen met de wereldleiders moeten daarvoor liefst 200.000 dollar op tafel leggen. Onder meer Belgacom en het Antwerpse Havenbedrijf hebben dat er blijkbaar voor over want de respectievelijke CEO’s Dominique Leroy en Eddy Bruyninckx zijn ook naar Zwitserland afgereisd.
Ongetwijfeld zullen de deelnemers aan het forum interessante contacten kunnen leggen, nieuwe inzichten verkrijgen en na afloop de hoop koesteren dat ze banden strakker hebben aangehaald om gezamenlijk de problemen in de wereld aan te pakken. Toch gaan ook steeds meer stemmen op die erop wijzen dat het oorspronkelijke opzet van Davos – invloedrijke mensen met een zo groot mogelijke diversiteit bij elkaar brengen – weliswaar goed was, maar dat het forum er niet meer in slaagt om snel genoeg te reageren op alle mogelijke disrupties in de wereld. Peter Hinssen hield daarom recent een pleidooi om in de raden van bestuur van grote multinationals diruptiecomités op te richten.
Volgens Jeroen Lemaire van de Gentse start-up In The Pocket, zal dat echter geen zoden aan de dijk zetten. “Het hoofd bieden aan innovaties doe je eerder op de werkvloer dan in de boardroom”, szchreef hij in een oipiniestuk in De Tijd. “Een modern bedrijf is geen leger met generaals en soldaten. Als de board in z’n spreekwoordelijke commandotent het strijdtoneel overschouwt en de tactiek bepaalt, is er nog maar weinig vooruitgang geboekt. Top-down marsorders kunnen misschien richting aangeven, maar ze kunnen geen goede producten maken, geen klanten winnen, geen deals sluiten en geen talent aantrekken. Het hoofd bieden aan innovaties die je business ondermijnen moet dus op de werkvloer gebeuren.”
Snelheid, daadkracht en wendbaarheid bereikt een bedrijf volghjens Jeroen Lemaire doordat elke medewerker, leidinggevend of niet, doordrongen is van de missie en van de cultuur van het bedrijf. Niet omdat het na de kantooruren beslist werd in de directiekamer.
Wie die redenering doortrekt kan zich dan ook afvragen, of het debatteren op hoog niveau in Davos, waarvan kennelijk nog altijd veel heil wordt verwacht, ook niet te ver van de snel veranderende werkelijkheid af staat en of het feit dat het zo’n elitaire bedoening is geworden niet eerder een nadeel dan een voordeel is.