Hanot Georges

Georges Hanot zet bemiddeling in als instrument voor efficiëntie

GAVERE – Conflicten zijn een nodeloze verspilling van energie, zingt Damian Marley -zoon van- in het   hallucinant mooie en hartverwarmende ‘There for you‘, een monumentale live song die te bekijken valt op YouTube. Er zijn voor anderen om ze tot betere inzichten te brengen: dat is ook exact wat Georges Hanot, ooit topman van Decathlon Benelux, nu professioneel beoogt. Want slecht beheerde conflicten werken destructief en zijn a waste of time, toch?

Zelf wil hij er weinig over kwijt, maar de Belgische Volleybalfederatie en de Belgische Volleybal Liga Heren communiceerden er recent over tijdens een gezamenlijke persconferentie: maandenlang al woekerde er tussen de Belgische Volleybalfederatie en de Belgische Volleybal Liga Heren een openlijke twist, met rechtszaken tussen de beide vzw’s voor gevolg. Het is maar één voorbeeld uit de duizenden van hoe conflicten kunnen ontsporen. Vandaag hebben beide sportbonden hun gekrakeel bijgelegd dankzij de externe neutrale bemiddeling van de in Gavere wonende Georges Hanot (60). Hij beschouwt het als een roeping om ogenschijnlijk ontiegelijk diepe waters tussen partijen om te vormen tot zacht kabbelende beekjes waar je zo kan door waden.

Georges Hanot? Die naam hoorden we al eerder in sportmiddens. Hij was destijds bijna 2 decennia de CEO die de Benelux-strategie van de Franse sportgigant Decathlon vorm gaf. Het leverde hem wel eens de bijnaam Mister Decathlon op. Hij was alvast ook de mede inspirator van de zogenaamde Decathlon-wet die de komst van grote retailers stuurt.

Bemiddeling als geneesmiddel

Tien jaar terug -hij was toen vijftig- besloot de ranke bedrijfseconoom Hanot zijn werkterrein te verleggen naar het begeleiden van KMO’s in groeistrategieën als partner van het Gentse Conessence Strategic Solutions. Maar zijn idealisme pro ondernemerschap ging ook verder dan dat. Hij startte ook zijn eigen bemiddelingspraktijk Con-Sent ADR op waarmee hij zowel lokaal als grensoverschrijdend actief is. Want, om het met zijn woorden te zeggen: bemiddeling is een model voor bedrijfseconomische efficiëntie. “Ik was altijd al aanhanger van collaboratieve onderhandelingen en bemiddeling wanneer het op het vermijden of oplossen van conflicten aankomt, eerder dan disputen uit te vechten via de rechtbank”, aldus Georges Hanot. “Voor mij had dat vooral te maken met ondernemersefficiëntie, betere performance, en duurzame samenwerking. Dat werd ook de aanleiding om zelf erkend bemiddelaar (het beroep van erkend bemiddelaar is beschermd, en onderworpen aan een resem voorafgaande opleidings- en ander toelatingsvoorwaarden nvdr) te worden.”

Sindsdien heeft hij – met succes – bemiddeld in een scala van gerechtelijke en buitengerechtelijke geschillen, gaande van aandeelhoudersdisputen, commerciële claims, handelsagenturen, intellectueel eigendom, arbeidsconflicten (zoals bij herstructureringen en bedrijfssluitingen) en conflicten waarbij overheden en institutionele actoren betrokken zijn. Daarnaast is hij actief in formele, zelfregulerende geschillencommissies, onder meer als voorzitter van het governance comité bij  het Belgische Ketenoverleg, het structureel overleg tussen de schakels van de Belgische voedingsketen, gaande van landbouw,  over industrie, tot handel.

In de lift

Georges Hanot verheugt er zich over dat bemiddeling de laatste jaren ook in België – onder meer met dank aan de recente wet (18 juni 2018 nvdr) ter bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing –   een volwaardige rol krijgt naast rechtspraak. Zo beginnen niet alleen partijen, vooraleer ze naar de rechter stappen, voorzichtig hun weg te vinden naar bemiddelaars, maar beginnen ook rechtbanken meer naar bemiddeling door te verwijzen. Zo bleek ook nog op 9 oktober jongstleden  in de Gentse Handelsbeurs, waar een publiek van een 230-tal magistraten en advocaten zich liet initiëren door een panel waar ook Georges Hanot deel van uitmaakte. “Maar”, geeft hij toe, “er is nog veel weerstand weg te werken bij de aanhangers van het traditionele confrontatiemodel. De paradox wil dat ondernemers getuigen voorstander te zijn van efficiënte en minnelijke oplossingen, maar bij een dispuut toch nog snel procederen. Dat maakt dat België, samen met Roemenië, Europees koploper is van het aantal burgerlijke en handelszaken dat bij rechtbanken aanhangig wordt gemaakt.”