GENT – Eind vorig jaar schreef Voka Oost-Vlaanderen al een open brief aan de kandidaat-beleidsverantwoordelijken die Gent vanaf 2019 willen besturen, met de titel “Een beetje ambitie voor Gent, mag dat nog?”. Wij gaven toen aan dat er een einde leek te komen aan een periode van 20 jaar Gentse ambitie en groei. De opwaartse groeispiraal die onze stad lange tijd heeft gekenmerkt, staat echter nog altijd onder druk, vindt Voka-topman Geert Moerman die ook hekelt dat Gent zoveel ambtenaren telt.
Als een belangrijke oorzaak van de malaise hekelde Moerman de ondergeschikte rol van economie en ondernemerschap bij beslissingen van het stadsbestuur. Er gebeurden de voorbije jaren een aantal interessante economische ontwikkelingen, zoals de fusie van de Havens van Gent en Zeeland tot North Sea Port, en een aantal verdienstelijke initiatieven zoals de startersfabriek. “Maar over alle beleidsdomeinen heen beschouwd, lijken bedrijven en kansrijk ondernemerschap voor het Gentse stadsbestuur geen prioriteit meer te zijn in hun beslissingsprocessen”, orakelde Moerman in zijn brief van eind 2017.
Is er nu, 9 maanden na de open brief, iets veranderd? Hebben politici en administratie – na deze niet mis te verstane boodschap – blijk gegeven van een nieuwe dynamiek richting ondernemingen en ondernemers? ” Eén succes hebben we geboekt”, vindt Moerman. “Velen die bij het Gentse beleid zijn betrokken namen, in navolging van Voka, sindsdien het woord ambitie in de mond. Eigenlijk krijgen we uit vele hoeken -ondernemingen, maar ook politiek en administratie- te horen dat de vraag van Voka om een nieuwe, sterke ambitie voor Gent terecht is. Iedereen lijkt minstens de ambitie te formuleren dat Gent meer moet zijn dan een plaats waar het goed wonen, winkelen en ‘op een terrasje zitten’ is. De ambitie van Gent reikt verder dan een genoegzaam -of is het zelfgenoegzaam- provincienest te zijn, daar zijn we het over eens.
Last call
De roep om meer ambitie werd dus wel gehoord, de tastbare resultaten van de open brief blijven niettemin ontgoochelend. “Zowel qua beleidsdaden als electorale programma’s van de partijen blijven we op onze honger zitten”, aldus Moerman. “Dat belooft weinig goeds voor het beleid van morgen, want hoe kunnen we verwachten dat een volgende coalitie ondernemerschap en economie hoog op de prioriteitenlijst zet wanneer dit thema nauwelijks leeft in de verkiezingsstrijd? Vandaar deze nieuwe open brief, een last call aan alle partijen om zich duidelijk uit te spreken over het belang van economie en ondernemen en de dringende vraag hoe ze deze passend zullen waarderen, tussen de andere prioriteiten in.”
Het monster van Loch Ness
Een indrukwekkende lijst van beslissingen en ingrepen werd tijdens de lopende bestuursperiode ingegeven uit mobiliteitsoverwegingen. “Maar onze ontgoocheling hierover is groot”, vervolgt Moerman. “We zijn niet ontgoocheld in het circulatieplan op zich, al van bij het eerste concept hebben we het uitgangspunt gesteund dat een stad dient als bestemming, niet om er doorheen te rijden. Gaandeweg bleek echter dat het circulatieplan en het flankerend beleid op geen enkele manier rekening houden met de economische functie. In beperkte mate werden een aantal aanpassingen gedaan voor winkels en horeca in de binnenstad, bijvoorbeeld door aanpassing van parkeertarieven in de avonduren. Onze runworkers, de vele high tech, life sciences en dienstenbedrijven die Gent doen bloeien, worden echter niet als volwaardige gesprekspartners beschouwd en de facto uit de stad gedreven. Klap op de vuurpijl is het eenzijdig halveren van het aantal parkeerplaatsen voor nieuwe investeringen in de Techlane, dat is de bedrijvenzone vanaf Flanders Expo over het Technologiepark en Ghelamco site naar Eilandje Zwijnaarde. Mobiliteit had een mooi paradepaardje kunnen worden van een progressieve en ondernemende stad als Gent, maar door de eenzijdige invoering en het pertinent weigeren rekening te houden met de inbreng en goodwill van ondernemingen, dreigt het Gent in een neerwaartse spiraal te brengen.”
Echt werk
Wat de arbeidsmarkt betreft, is er wel een kentering om ondernemingen als een deel van de oplossing te zien en niet als oorzaak van het probleem. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat er in de Gentse regio duizenden jobs openstaan, waarvan ongeveer de helft geen specifiek diploma of ervaring vraagt, wel: inzet, teamgeest en enige discipline. “Het blijft evenwel merkwaardig dat een aantal beleidsmensen werken als iets vrijblijvend zien, als het de mensen goed uitkomt”, vindt Voka-topman Geert Moerman. “Anders hoeft het niet. Mobiliteitsarmoede inroepen waardoor mensen van Gent bijvoorbeeld niet in de haven kunnen gaan werken, of het werken in ploeg te moeilijk vinden in kader van een gezinssituatie, kan er bij ons echt niet in. Discriminatie door ondernemers op basis van migratie-achtergrond blijkt de grote uitzondering, en kan geen alibi zijn om niet volop te solliciteren naar werk.”
Geert Moerman besluit: “Werken aan een duurzame stad gaat niet enkel om de zorg voor kwaliteit van de lucht en ruimte voor de fietser, niet enkel over armoedebestrijding, maar evenzeer over het creëren van een gezonde biotoop voor jonge en gevestigde bedrijven die door een lokale overheid daadwerkelijk geholpen worden in de ambitie om te groeien en om jobs en inkomen te creëren. Daarvoor is een hogere prioriteit in het beleid nodig voor ondernemingen, een sterke en ambitieuze toekomstvisie, maar bovenal veel goodwill, een dienstvaardige en probleemoplossende opstelling van beleid en administratie die initiatieven faciliteren van mensen die in de economie hun nek uitsteken.”