Zes jaar geleden begon kok Vincent Van Cauwenberghe samen met zijn vrouw Els in Destelbergen met een bijzonder vernieuwend concept: de Eetwinkel Van Cauwenberghe. Op een oppervlakte van 400 vierkante meter was het een paradijs waar fijnproevers het beste van het beste van de culinaire markt konden kopen én ook ter plaatse konden degusteren.
De moderne overdekte markthal, gemaakt uit glas, beton en inox was een echte architectureale blikvanger en hoopte tal van culinaire lekkerbekken over de vloer te krijgen. Het concept van een zuiderse markthal met een exclusief aanbod aan vis, vlees, gevogelte, groenten, fruit, kaas en wijnen, bij voorkeur afkomstig van lokale teelten, oogsten of vangsten, was immers nog nooit gezien in de regio. Een groot deel van de productie kwam van een eigen boerderij in Mater en elke week trok Vincent Van Cauwenberghe voor zijn aankopen naar Rungis, de grootste Franse vroegmarkt, in de buurt van Parijs. De Eetwinkel had ook een bistro en enkele “eetbars”.
Maar zes jaar later trekt Vincent Van Cauwenberghe noodgedwongen en ontgoocheld de stekker uit dit mooie ondernemersverhaal.
“Met veel energie en passie zijn we aan dit nieuwe concept begonnen omdat we moesten verhuizen met onze vorige zaken”, schrijft hij op de website. “We hebben keihard gewerkt om alle details van het concept te doen kloppen, we hadden 150 toeleveranciers van topproducten. Maar uiteindelijk bleek het aantal klanten niet groot genoeg om medewerkers en energie- en onderhoudskosten te betalen. Geld verdienen was niet mijn eerste bedoeling, wel een innovatief en kwaliteitsvol retailconcept neerzetten. Het is doodzonde dat dit niet is gelukt, hoewel we tot het allerlaatste ogenblik keihard gevochten hebben om onze droom waar te maken.”
