In The Pocket werd twaalf jaar geleden opgestart door Jeroen Lemaire, Louis Jonckheere en Pieterjan Bouten. Het bedrijf ontwikkelt software voor kleppers als Payconiq en TP Vision. Op het moment van ons gesprek werkten er 168 mensen voor In The Pocket – een aantal dat snel omhoog klimt – verspreid over vestigingen in Gent, Leuven en Antwerpen. Over vijf jaar moeten dat er duizend zijn.
“Dat is niet zomaar een wens, we hebben een concreet plan om daar naartoe te werken”, benadrukt Lemaire. “Er ligt bij ons een stapel van 2.000 cv’s. Die gaan we allemaal bekijken dit jaar. We vinden het belangrijk om selectief te kunnen zijn.”
Een ‘silver bullet’ om al dat talent aan te trekken, bestaat volgens Lemaire niet. “Het gaat om mensen, je kan niet alles oplossen met een proces of een hr-toolkit. Ik zie het fundamenteler. Je lokt natuurlijk geen talent met goede koffie of een pingpongtafel, maar het maakt wel deel uit van een werkcultuur die we hier proberen te creëren.”
“Soms frons ik ook wel eens mijn wenkbrauwen als sollicitanten de onderhandeling omdraaien.”
CEO Jeroen Lemaire
De CEO verduidelijkt zijn visie met een korte geschiedenisles. “Vroeger, en dan spreek ik over de tijd van Daens, moest je werken om te overleven. Later zijn mensen gaan werken om een bepaalde levensstandaard te onderhouden. Daar hoorde dan een mooie auto en een groot huis bij. Nu zoeken mensen meer in een job.”
“Ze zijn op zoek naar erkenning, fijne collega’s, degelijke feedback, een positieve impact en boeiende uitdagingen. Ik geef toe: soms frons ik ook wel eens mijn wenkbrauwen als sollicitanten de onderhandeling omdraaien, en beginnen over hoeveel ze willen thuiswerken en gecoacht willen worden. Maar ik begrijp ergens wel dat mensen andere eisen stellen dan vroeger.”
Andere werkcultuur
In The Pocket is volop op zoek naar talent. Volgens Lemaire is het cruciaal om in te spelen op die nieuwe verwachtingen van jonge werknemers. “We willen de best mogelijke werkplek zijn voor mensen met talent. Wat we doen is spannend en boeiend, ook dat trekt mensen aan.”
“We proberen af te stappen van een klassieke, gecentraliseerde managementstijl. Beslissingen moet je zoveel mogelijk toewijzen aan de juiste groep of persoon. Onze ’tribes’ zijn een manier om dat vorm te geven. Dat zijn teams die elk een project uitwerken voor een klant. We hebben dus geen departementen zoals in andere bedrijven.”
“Empoweren is misschien een modewoord, maar het is toch relevant. Mensen betrekken bij het reilen en zeilen van het bedrijf en verantwoordelijkheid geven, dat is belangrijk. Je zal zien: als het niet alleen om centen gaat, geven mensen meer terug.”