Wie op de Amerikaanse site van Volvo Cars interesse toont in de XC40, krijgt de optie om hem zelf te gaan ophalen. Het “Overseas Delivery Program” is inclusief vluchten, restaurant en hotel naar… Göteborg. Want “Sweden is calling”. Maar jij en ik weten waar die auto eigenlijk écht wordt gemaakt: in Gent.
“De VS is een van de grootste exportmarkten voor Volvo Car Gent”, klinkt het daar. Concrete cijfers geeft het bedrijf niet vrij. Het internationale moederbedrijf van Volvo Cars laat weten dat het “de effecten van de nieuwe tarieven zoals aangekondigd door de Amerikaanse regering bekijkt”.
President Donald Trump kondigde aan dat autoconstructeurs binnenkort 25 procent extra belastingen moeten betalen op auto’s die ze buiten de VS hebben gebouwd. Voor een Gentse XC40 van 40.000 dollar komt er dan 10.000 dollar belasting bovenop. Een op en top Amerikaanse tegenhanger als de Lincoln Corsair, made in Kentucky, blijft 40.000 dollar kosten. Trump hoopt op het effect dat de keuze dan snel gemaakt wordt.

De taksen gaan in op 3 april en komen bovenop het importtarief van 2,5 procent dat nu al geldt voor Europese auto’s. “Het begin van bevrijdingsdag in Amerika”, zei Trump. “Als je je wagen in de VS bouwt, zal je geen tarieven betalen. Dit is permanent, 100 procent.” Als reactie gingen op de beurs verschillende automerken zwaar onderuit.
Volvo als enige
In een latere fase zullen ook auto-onderdelen onder de tarieven vallen. Maar op dit moment is Volvo Car Gent de enige die de tarieven zal ondervinden. “En misschien hier en daar een toeleverancier die voor een Duitse constructeur werkt”, zegt Eric Laureys van ondernemersorganisatie Voka. “Het is aan de exporteurs zelf om zich in het haar te krabben en te zien wat ze nu gaan doen.”
“Er is één ding waar alle economen het over eens zijn: importtarieven werken niet. Ze maken alles duurder”
Eric Laureys
Trump kondigde al eerder importtarieven aan, die hij net voor de deadline alsnog annuleerde. “Hij gebruikt die aankondiging een beetje als onderhandelingstactiek”, zegt Laureys. “Het creëert niet alleen angst en ongerustheid, het leidt er ook toe dat bedrijven al simulaties doen over hoe ze het kunnen opvangen als de VS wegvalt. Ze gaan kijken naar andere markten om hun omzet te kunnen handhaven.”
File in Antwerpen
Verschillende Belgische bedrijven zijn daarom al voorbereid. “Er is één ding waar alle economen het over eens zijn: importtarieven werken niet. Ze maken alles duurder”, zegt Laureys. “Amerikaanse klanten zullen zeggen ‘ik koop dat niet meer’. Maar elke crisis is een opportuniteit. Zuid-Amerika is een regio waar we nauw mee gaan samenwerken. En we zijn naar India geweest op handelsmissie, dat is ook een groeimarkt.”

Nog een manier van voorbereid zijn: de stocks nu al naar Amerika verschepen, nog voor er eventuele tarieven gelden. De wachttijden voor vrachtwagens in de Antwerpse haven lopen momenteel op tot vijf uur. Het gaat dan om bier, chocolade of chemische producten. “Die worden dan belast tegen de importtarieven van nu, maar dat is natuurlijk maar een tijdelijke oplossing”, zegt Laureys.
De tarieven gelden overigens niet alleen voor Europese auto’s, integendeel. Amerikaanse modellen als Dodge Journey, Chevrolet Trax en Jeep Wagoneer S worden in Mexico gebouwd, de Ford Edge komt uit Canada. Heel wat Europese merken hebben dan weer een fabriek in de Verenigde Staten en ontsnappen zo aan de tarieven. Volvo bouwt de EX90 bijvoorbeeld in South Carolina, Mercedes een reeks SUV’s in Alabama.