‘Carbon Farming’ of ‘koolstofboeren’ betekent dat koolstof uit de lucht wordt gehaald en in de bodem wordt opgeslagen. Bodems met een goed gehalte aan organische koolstof zijn beter bestand tegen erosie, hebben een betere waterhuishouding en zijn vruchtbaarder. De bodems zijn ook beter beschermd tegen droogte of wateroverlast, doordat ze water beter kunnen vasthouden bij droge omstandigheden, en water beter kunnen doorlaten wanneer het nat is.
Om meer koolstof in bodems te kunnen opslaan, hebben de partners enkele concrete projecten op poten gezet. Het gaat bijvoorbeeld om projecten waarbij een bepaalde teelt of een rotatie van bepaalde teelten wordt uitgeprobeerd zodat meer koolstof in de bodem blijft zitten.
Maïs met stokbonen
Zo gebruiken Sandra Patyn en Frederik Van de Sompel uit Sleidinge voortaan het hakselhout van hun knotwilgen als strooisel in de boxen van hun runderen. Voor de dieren van Luc Poppe uit Wachtebeke staat er dan weer geen soja meer op de menu. In de plaats heeft hij een perceel met gerst, wikken en erwten. “Maar het duurt een tijdje vooraleer je resultaat hebt”, vertelt Luc. “Het is een werk van vele generaties dat nu gestart wordt.”
Verder lopen er pilootprojecten in Ardooie en Webbekom (Diest). De ideeën en de uitvoering ervan komen telkens van de boeren zelf. Colruyt heeft vooral een stimulerende en adviserende rol, maar geeft ook financiële steun.