Belgian Offshore Cluster (BOC), de vereniging van toeleveranciers aan de offshore wind industrie, stelde in het begin van de zomer in Oostende een aantal nieuwe diensten en technologieën voor die het onderhoud van offshore windturbines moeten optimaliseren. Opvallende partners in het verhaal zijn bedrijven met name Buijsse uit Lokeren, het West-Vlaamse GEOxyz en de multinational G4S. De twee eerstgenoemde bedrijven hebben besloten samen te werken.
Het vierde offshore windpark in het Belgisch deel van de Noordzee, Nobelwind, bewijst dat deze markt boomt. Daarmee zal bijna de helft van de negen geplande parken gebouwd zijn. Dat is samen goed voor een geïnstalleerd vermogen van 877 MW. Zowel bij de bouw als de uitbating van een windpark zijn heel wat toeleveranciers nodig die over zeer specifieke technische kennis beschikken. Belgian Offshore Cluster verenigt die bedrijven en heeft als doel hun activiteiten internationaal op de kaart te zetten.
Buijsse Specials, een dochter van Buijsse uit Lokeren, is één van de leden. Deze snelgroeier wordt mede geleid door de Stefaan Dewulf en Anthony Geerinckx (foto), die eerder het mooie weer maakten bij het Waregemse transportbedrijf Stas. Buijsse noemt zichzelf graag een one-stop-shop voor onderhoud van windturbinestructuren. Wie offshore wind energie hoort, associeert dat onmiddellijk aan installatiekosten, energieproductie en opbrengstgaranties van het windpark zelf. In eerste instantie denkt men dan aan de turbines en het offshore transformatorstation. Maar van even cruciaal belang zijn de structuren die deze zware installaties dragen, de hedendaagse turbines wegen tot 500 ton en zijn 100 meter hoog. Deze structuren moeten 20 tot 25 jaar meegaan en vragen dus regelmatige controle en onderhoud.
