De aankondiging dat de regering geconfronteerd is met een groter gat in de begroting dan verwacht, zorgt ervoor dat het voor de ondernemingen bang afwachten is welke maatregelen de beleidsmakers nu weer uit de hoge hoed zullen toveren.
Onzekerheid zal dus ook de komende weken aan de orde zijn. Die komt nog eens bij de onzekerheid rond wat uiteindelijke beslist zal worden rond de belastinghervorming. Het gebrek aan standvastigheid en de vele proefballonnetjes die daarover worden opgelaten zijn erg storend voor ondernemers. Net als het feit dat onze beleidsmakers onvoldoende beseffen dat “one size fits all “ niet meer van deze tijd is. Welke richting het uiteindelijk ook uit gaat, de impact van een uniforme tax shift vertaalt zich anders in het beleid van de diverse sectoren in België. Dat besef lijkt veel te weinig doorgedrongen bij de beleidsmakers.
Ondernemers zijn ook beducht voor een broekzak-vestzakoperatie en zeker voor regionale verschillen. Als in ruil voor de belastingverlaging bijvoorbeeld wordt gerommeld aan het leasing-carpark of subsidies rond de tewerkstelling van laaggeschoolden, of als daardoor zelfs straks regionale verschillen opduiken in ondersteunende maatregelen, dan kan de wijziging van de vennootschapsbelasting verregaande gevolgen hebben. En dat kunnen ondernemingen missen als kiespijn, temeer omdat nog de loodzware fiscale druk één van de hoofdrenen blijft voor veel faillissementen. Vorige week legden opnieuw een dertigtal Oost-Vlaamse bedrijven de boeken neer, waaronder een zuivelgroothandel uit Destelbergen en een bouwbedrijf uit Lovendegem. De volledige lijst van faillissementen vindt u terug op http://www.madeinoostvlaanderen.be/falingen.
