Beloningsonderzoek onderstreept verlangen om thuis te mogen werken

123xavUit het Groot Beloningsonderzoek dat professor Xavier Baeten en onderzoekster Bieke Huyst van de Vlerick Business School bij  1.993 Belgische respondenten deden rond extralegale voordelen als onderdeel van het verloningspakket blijkt vooral dat werknemers vragende partij zijn voor meer flexibiliteit en dat hun roep om meer thuis te mogen werken door de bedrijven nog altijd niet vaak wordt gehoord. Aan Vlaamse kant gebeurde het onderzoek in samenwerking met De Standaard.

De vier meest voorkomende voordelen die Belgische werknemers ontvangen – het lijkt wel op het antwoord op een vraag uit “De slimste mens”-  zijn een aanvullend pensioen, een hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques en opleiding. Voor de kaderleden komen daar de bedrijfswagen en GSM (of smartphone) bij.

Het aspect ‘duurzaamheid’ is nog niet echt doorgedrongen in het voordelenpakket. Zo geven slechts 4 op 10 respondenten aan dat ze een fietsvergoeding ontvangen. Ook initiatieven rond maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals vrijwilligerswerk in bedrijfscontext zijn niet populair. Ook kinderopvang doet het niet goed: 13% geeft aan dat het bedrijf opvang aanbiedt tijdens de schoolvakanties, 8% kan rekenen op oppas voor zieke kinderen en 6% van de respondenten beschikt over een bedrijfscrèche. Het valt op dat ook de werknemers niet echt vragende partij zijn hiervoor.

Over het algemeen ontvangen bedienden minder voordelen dan kaderleden. Zo beschikt slechts 24% van de bedienden over een bedrijfswagen; bij managers is dat 68%. Ook een mobiele telefoon is gelinkt aan de functie. Verzekeringen zijn dan weer niet functiegebonden. Ten slotte verschilt ook het beloningsbeleid naargelang van de bedrijfsgrootte: voordelen komen minder voor in kleine bedrijven.

Vraag en aanbod blijken overigens over het algemeen goed op mekaar afgestemd. De toppers van de Belgische werknemer: een hospitalisatieverzekering, een aanvullend pensioen, opleidingsmogelijkheden en glijdende werkuren. Deze voordelen worden ook frequent aangeboden door de bedrijven. De zogenaamde ‘new age benefits‘, zoals een fitness(abonnement), was- en strijkdienst, een winkel op het werk, en vrijwilligerswerk kunnen daarentegen niet meteen op bijval van de Belgische werknemer rekenen. Ze worden bovendien ook weinig aangeboden. Opvallend is dat hetzelfde geldt voor de bedrijfsfiets.

Waar het schoentje volgens de werknemers vooral knelt, is rond de mogelijkheden die werkgevers aanbieden om thuis te werken: slechts 37% van de bedienden mag op regelmatige basis thuiswerken, terwijl de respondenten dit net zeer belangrijk vinden. Het belang van sommige voordelen is leeftijdsgebonden. De groep tussen 36 en 45 hecht vooral belang aan flexibel werken. 45-plussers zijn dan weer vooral bezorgd over verzekeringen en pensioen. De bedrijfswagen bevindt zich in het midden. Mensen die geen bedrijfswagen hebben, geven aan dat een minder belangrijk voordeel te vinden dan mensen die er wel een hebben. Wie er een heeft, is dus niet geneigd die af te staan. Opvallendste conclusie van het onderzoek is de grote vraag naar meer flexibiliteit. Mensen zijn best wel tevreden met de voordelen in hun loonpakket, maar ze zouden graag meer keuzevrijheid hebben om die voordelen beter af te stemmen op hun persoonlijke situatie. Dat gevoel leeft sterker bij bedienden dan bij kaderleden. Anderzijds blijkt echter ook dat mensen niet bereid zijn om in te leveren. Minder vakantiedagen in ruil voor meer voordelen scoort het slechtst. Ook loon inleveren voor extra vakantie of voordelen is niet populair.

Xavier Baeten: “De vraag naar meer flexibiliteit is een belangrijk signaal voor de overheid. Er moet werk gemaakt worden van een kader dat het mogelijk maakt om bijvoorbeeld een stuk van de bonus in het aanvullend pensioen te storten, en daar ook flexibel mee te kunnen omgaan. Daarvoor moet de fiscaliteit herbekeken worden. Bedrijven die in het algemeen meer flexibiliteit rond voordelen willen invoeren, beperken de keuzemogelijkheden best tot de essentie, nl. loon, pensioen, mobiliteit en vakantie.”