Een kleine vijf jaar geleden liet Dirk Perquy zijn bekend Belgisch modemerk Terre Bleue in handen van zijn zoon Peter (41). Het modemerk dat iets duurdere casual chique kleding verkoopt, werd opgericht in 2002. Terre Bleue is één van de merken van Duror Fashion Group, het Belgische modehuis en familiebedrijf van Perquy.
Wie Terre Bleue hoort, denkt vaak meteen aan echte Belgische mode, vakmanschap en kwaliteit. “Dat zijn inderdaad onze kernwaarden”, zegt CEO Peter Perquy. “Het is belangrijk dat we die altijd blijven behouden, maar we voelden de jongste jaren dat er een nieuwe wind nodig was om als modemerk te kunnen opboksen met fast fashion-merken als Zara of Mango.”
Kleine transformaties
Het bedrijf besloot dus om rebranding door te voeren. De CEO had die vernieuwing graag in het jaar van hun twintigste verjaardag gedaan, 2020, maar corona stak daar een stokje voor. “Dat was symbolische mooi geweest, maar onze hoofden stonden er toen niet naar”, zegt Perquy. “Nu, zo’n twee jaar later, zijn we zover, en besloten we het over een andere boeg te gooien.”
Terre Bleue heeft verschillende kleine transformaties gedaan. Er werd gesleuteld aan de collecties, het logo van het merk, de kleuren en de fotografie van de kleren. Maar het DNA is hetzelfde gebleven. “We moeten bepaalde dingen beter doen om ons te blijven onderscheiden”, zegt Perquy.
“Weg van het klassieke ensemble”
Onderscheiden, dat gebeurt ook met nieuwe ontwerpen. Begin februari lanceerde Terre Bleue een zomercollectie die verschillend is van de collecties die klanten gewoon zijn. “Het modeniveau is zeker naar omhoog gegaan”, zegt Perquy. “De collectie is eigentijdser en we gebruiken luxueuze materialen. De kleren mixen ook beter door elkaar. We komen los van het klassieke ensemble waarbij een bepaald topje enkel bij een specifieke broek past.”
Terre Bleue heeft momenteel zestien eigen winkels in Vlaanderen en ligt daarnaast in de rekken van nog een honderdtal andere kledingzaken. “De reacties op de collectie zijn positief”, zegt Perquy. “Het is fijn om te merken dat er veel enthousiasme is.”