“Heb je de nieuwe openingsuren al gezien?”, vraagt slager Adolf De Bisschop, die verwijst naar de doorstreepte openingsuren op de deur van zijn winkel in de Guido Gezellestraat. De Denderleeuwse slager opende zaterdag voor het laatst de deuren en dat ging niet onopgemerkt voorbij. Klanten die nog één keer aankopen kwamen doen, werden beloond met een drankje. “We wilden de klanten graag bedanken voor hun jarenlang vertrouwen”, aldus de afscheidnemende slager.
“Met familie en vrienden hebben we ervoor gezorgd dat het een feestelijke dag is geworden”, vertelt ook Jeffrey, de zoon van Adolf. “Een pensioen is toch iets om te vieren. We wilden niet alleen papa bedanken, maar ook de klanten.”
Laatste ambachtelijke slager
Door het pensioen van Adolf, sluit zo de laatste dorpsslager van Denderleeuw. “Toen ik in het pand hiernaast begon in 1987, waren er nog dertien slagerijen in de gemeente”, aldus de man. “Voor ik als zelfstandige begon, heb ik eerst enkele jaren in loondienst gewerkt bij een slager in Jette. Het beroep van beenhouwer me altijd wel aangesproken, als is het wel een zware stiel. Het is niet voor iedereen weggelegd en ik stel vast dat de ambachtelijke slagers een uitstervend ras zijn.”
“Het is genoeg geweest voor mij”, zo gaat de slager verder. “Ik kan gelukkig wel met een goed gevoel stoppen, al zal ik het contact met de klanten missen. Vooral mijn gehakt was de specialiteit van het huis. Dat verkocht hier altijd goed.”
Geld uit kassa
In bijna vier decennia heeft de slager heel wat herinneringen verzameld. “Zo weet ik nog dat er ooit een persoon geld uit de kassa nam terwijl ik achteraan in de slagerij was. Die man wandelde nadien gewoon rustig naar buiten. Later heb ik wel bewakingscamera’s laten installeren. Zo’n voorval heb ik gelukkig maar één keer meegemaakt.”
Een overname van de slagerij komt er vooralsnog niet. “We weten niet wat we ermee gaan doen. Wij blijven hier voorlopig wonen en dan zien we wel wat er komt”, luidt het. “Ik ga nu vooral genieten en zorgen voor al mijn kinderen en kleinkinderen. Voor hen ga ik alleszins veel meer tijd hebben”, besluit Adolf.