VIL: Vlaamse logistiek is klaar voor e-commerce

logisticsDe logistieke sector in Vlaanderen is klaar om gelijke tred te houden met de forse groei van de e-commerce. Deze e-boost kan de Vlaamse economie toegevoegde waarde en groei bieden. De kansen en het potentieel zijn groot, maar Vlaanderen blijft als vestigingsplaats van e-distributiecentra om verschillende redenen achter. Het tij kan niet keren zonder hulp van de overheid.

Dat zijn de conclusies van het project VIL 4 e-boost die het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) dinsdag bekend heeft gemaakt.

Met dit project wilde het VIL een antwoord bieden op de vraag waarom Vlaanderen momenteel veelal vanuit het buitenland wordt bediend voor e-commerce. De kernvragen hierbij waren: waarom zijn de buurlanden meer in trek voor e-distributiecentra? Op welke punten kan en moet Vlaanderen zich versterken?

Om deze analyse zo gefundeerd mogelijk te maken, heeft het VIL het consultancybureau PwC laten onderzoeken hoe goed (of slecht) Vlaanderen scoort op het vlak van vestiging van Europese e-commerce distributiecentra. Vlaanderen scoort relatief goed ten opzichte van de 44 regio’s die werden onderzocht, maar slecht ten opzichte van de omringende concurrerende regio’s. Vlaanderen komt pas op de zesde plaats, na Rheinland-Pfalz (DE), Saarland (DE), Wallonië en Zuid- en West-Nederland.

PwC bracht 21 locatiefactoren in kaart, waaronder de nabijheid van de koopkracht en de markt voor e-commerce, de investeringsaantrekkelijkheid, de beschikbaarheid van magazijnen/logistieke gronden, de wegendichtheid en de logistieke arbeidskost. In geen van deze e-locatiefactoren haalt Vlaanderen de sterkste score.

Daarom heeft het VIL een SWOT-analyse uitgevoerd met de sterktes en zwaktes, kansen en bedreigingen voor ketenregie vanuit Vlaanderen.

“De sterktes zijn onder andere de centrale ligging, de marktnabijheid en sterk ontwikkelde netwerken van afhaalpunten. De belangrijkste zwaktes zijn daarentegen de congestie, de arbeidskost, het tekort aan magazijnen (en gronden) op de as Antwerpen-Brussel en te weinig gestructureerde begeleiding van buitenlandse investeerders door de overheidsdiensten”, aldus projectdirecteur Dirk De Vylder.

Als opportuniteiten noemt hij onder andere de snelle inhaalbeweging van e-commerce in Vlaanderen en de stroefheid van de fysieke winkels wat openingsuren betreft. De voornaamste bedreigingen zijn de verschuiving van e-commerce omzet naar het buitenland, de grotere maturiteit van de sector inzake magazijnen en IT in de ons omringende landen en de arbeidsvoorwaarden.

“Maar ook de loonkost, het aanbod aan bouwterreinen en een gunstig investerings-klimaat spelen mee. Het zijn immers deze drie factoren die de basis vormen voor het succes van een e-logistieke ondernemer. En net voor deze drie factoren haalt Vlaanderen teleurstellende resultaten tegenover haar buurregio’s”, waarschuwt Liesbeth Geysels, algemeen directeur van het VIL.

Wil de overheid de inplanting van nieuwe spelers in de e-business stimuleren, dan zal ze snel moeten reageren. “Met dezelfde competitieve werkomstandigheden als in Nederland en Duitsland zal de sector maar al te graag inspelen op de stijgende vraag naar e-commerce. Maar zonder ‘overheid 4 e-boost’, zowel op federaal als op regionaal niveau, kan het tij niet gekeerd worden,” aldus Geysels.

Aan het onderzoeksproject nam een groep van zeventien bedrijven, verladers, logistieke dienstverleners en lokale overheden deel: bpost, Colruyt, Federal Mogul, Goodman, Groep Heylen, H. Essers, Katoen Natie, Norbert Dentressangle, ODTH, Procter & Gamble, Plus Logistics, POM Antwerpen, Post NL, Post NL International, Stad Antwerpen, Unigro en Yusen Logistics Benelux.