Stad Mechelen en Sociaal Huis zijn FITste Antwerps bedrijf

fitstebedrijfIn februari vorig jaar stapten 166 medewerkers van de stad Mechelen en het Sociaal Huis Mechelen op de fiets om hun conditieniveau te testen. Ze namen daarmee deel aan de FIT-trainingsessies georganiseerd door het FIT-team van de provincie Antwerpen. Enkele maanden later volgde een hertest om te ontdekken of de inspanningen resultaat hadden opgeleverd.

Dit bleek wel degelijk het geval te zijn. Zopas liet de provincie Antwerpen, die de FIT-trainingen organiseerde, weten dat de stad Mechelen en het Sociaal Huis samen de titel van FITste bedrijf van de provincie Antwerpen hebben behaald.

De gedeputeerde van Sport Bruno Peeters overhandigde de bijbehorende oorkonde in het bijzijn van de Mechelse schepenen Marina De Bie, Walter Schroons en Koen Anciaux. Ook de sportieve werknemers die de stad en het Sociaal Huis de titel bezorgden, werden uitgenodigd voor een drankje om te klinken op deze overwinning.

Gedeputeerde voor sport Bruno Peeters was onder de indruk van het resultaat. “Sociaal Huis en Stad Mechelen behaalden deze titel op basis van de conditionele vooruitgang die hun 166 werknemers boekten. Zo wisten ze bedrijven als 3M en Water-Link achter zich te laten. We merken dat het competitie-element bedrijven en werknemers aanzet om het beste van zichzelf te geven.”

Schepen Marina De Bie was trots op het behaalde resultaat. “We zijn als college, en ikzelf als schepen van personeel in het bijzonder, uiteraard trots om het fitste personeel van de provincie te hebben. Daar zal de manier waarop onze ambtenaren naar het werk komen niet vreemd aan zijn. De recente mobiscan wees immers uit dat 38% van ons personeel met de fiets of te voet komt, tegenover een algemeen gemiddelde van 14%. Dat heeft uiteraard een positieve invloed op de algemene fitheid. Nog eens 25% komt met het openbaar vervoer en zal dus in veel gevallen een deel van het traject te voet of met de fiets afleggen. We proberen dit als stad zoveel mogelijk te stimuleren, maar de verdienste ligt uiteraard vooral bij onze ambtenaren zelf.”