Brouns kreeg in de commissie Economie vragen voorgeschoteld van Jos D’Haese (PVDA), Tinne Rombouts (CD&V), Andries Gryffroy (N-VA), Maurits Vande Reyde (Open VLD) en Thijs Verbeurgt (Vooruit) over het dossier Van Hool.
Na het faillissement van de busbouwer bereikten de curatoren een principeovereenkomst met VDL Groep (autocars en bussen) en GRW, een partnerbedrijf van Schmitz Cargobull (opleggers) over een doorstart. VDL neemt de busactiviteiten over in Koningshooikt en Noord-Macedonië. In de Belgische fabriek zal de Nederlandse groep geen vastgoed overnemen, het bedrijf wil die deels huren, aldus Brouns.
De activiteiten van de afdeling Industriële Voertuigen gaan dus naar GRW/Schmitz Cargobull. “Zij zullen in een eerste periode het vastgoed voor de productiefaciliteiten huren”, zei Brouns. “Ze willen evenwel een deel van het terrein aankopen voor de bouw van een nieuwe fabriek. Ze willen daar binnen de twee jaar een nieuwe fabriek bouwen en een parking aanleggen. Dat gaat dan gepaard met een industriële groei, ook wat het aantal werknemers betreft.”
Lees ook: RECONSTRUCTIE. Van een bedrijf in crisis tot de overname: zo verliepen de afgelopen woelige weken bij Van Hool
De twee overnemers voorzien in een eerste fase werk voor 650 tot 950 van het 2.500-tal werknemers. “Die werkgelegenheid zou op de langere termijn kunnen groeien”, aldus Brouns.
Hij liet voorts weten dat er voor de Vlaamse overheid een financieel risico overblijft van 30 miljoen euro in het kader van eerder verstrekte garanties. Daarvan zal een deel verloren gaan, bevestigde hij. Er zou een verlies van ongeveer 15 miljoen euro overblijven, “te nemen door ons”.