Het atelier van de bekende slagerij en traiteurszaak in het centrum van Bonheiden is compleet verwoest door het vuur. Het enige wat overblijft is verwrongen staal en een hoop zwartgeblakerd puin. De eigenlijke winkel liep dan weer enorme rook- en waterschade op.
Eigenaar Werner Gybels was maandag diep onder de indruk. “Tien minuutjes voor de brand is uitgebroken, ben ik er nog geweest”, zei hij in een korte reactie. “Toen was alles nog in orde. En even later is alles in vlammen opgegaan. Ik heb de zaak jaren geleden opgestart. Het was mijn levenswerk. Hoe het nu verder moet? Alles moet nu even bezinken. En dan gaan we bekijken wat we gaan doen.”
De brand bij Gybels brak kort voor 20 uur zondagavond uit en zette in een mum van tijd het hele atelier achter de winkel in lichterlaaie. Op dat ogenblik waren Sadeq Raad, zijn vrouw en zoon thuis. Zij wonen in een appartement boven de winkel. “Het was zondag een echte pechdag voor ons. We waren een dagje naar Antwerpen geweest, maar mijn zoon had zijn voet omgeslagen en omdat hij pijn had, zijn we teruggekomen en naar het AZ Sint-Maarten gereden”, reconstrueert de man zijn dag.
“Ik heb mijn vrouw en zoon gewekt. We hebben enkele handdoeken natgemaakt, hebben die voor onze gezichten gehouden en zijn zo naar beneden en buiten gelopen. Gelukkig zijn we ongedeerd”, bewoner Sadeq Raad.
“Toen we een tijdje thuis waren, zag ik aan de voorzijde van het appartement plots rook opstijgen”, vertelt Sadeq. “Ik dacht eerst nog dat de rook van onder mijn auto kwam. Maar dan keek ik aan de achterzijde door het raam en zag dat het atelier van de slager al volledig in brand stond. Het enige wat ik zag was rook, veel rook.”
Natte handdoeken
Sadeq besefte dat de situatie ernstig was en dat hij en zijn gezin zo snel mogelijk naar buiten moesten. “Ik heb mijn vrouw en zoon gewekt. We hebben enkele handdoeken natgemaakt, hebben die voor onze gezichten gehouden en zijn zo naar beneden en buiten gelopen. Gelukkig zijn we ongedeerd.”
Verschillende interventieploegen van brandweerzone Rivierenland kwamen ter plaatse om de vlammenzee te bestrijden.
Omdat de brand met een enorme rookontwikkeling gepaard ging beslisten de hulpdiensten om enkele tientallen woningen die vlak bij de brand gelegen waren te ontruimen. Ook Robert Barlage en zijn vrouw, die in de Nieuwstraat wonen, moesten hun huis verlaten. “Wij hadden de brand even voordien opgemerkt omdat er een alarm in werking was getreden. Eerst dacht ik nog aan een autoalarm. Ik ben op straat gaan kijken en toen zag ik de vlammen al uit het atelier van Gybels slaan”, zegt de man. “De verstikkende rook bleef tussen de huizen hangen en wat later kregen we te horen dat we onze woningen moesten verlaten. Er was een opvang georganiseerd in een school in de buurt, maar we wilden onze honden niet achtergelaten en zijn dan naar familie gereden.”
Roet
Robert en zijn vrouw keerden ’s nachts terug naar huis. “We hadden alles goed afgesloten, maar de geur van de brand hing wel binnen. We hebben ’s morgens het voetpad al gereinigd om het roetlaagje weg te krijgen. Maar in onze tuin ziet het zwembad wel nog helemaal zwart van het roet. En in de straat ligt er ook een laagje op enkele geparkeerde wagens.”
Ook verschillende bewoners van de Zellaerstraat moesten tijdelijk uit hun huizen. “Ik was ’s morgens nog bij Gybels geweest”, vertelt een van hen. “We zagen ’s avonds de rook achter de huizen opstijgen. Maar we waren eigenlijk volop bezig met de puppy die we de eerste dag hadden. En dan belde de politie aan met de melding dat we moesten vertrekken. We zijn naar onze familie gereden zodat de puppy kalm zou blijven en zijn vanmorgen teruggekeerd naar huis.”
Voorlopig is het nog onduidelijk hoe de brand bij Gybels is kunnen ontstaan. Volgens het Antwerpse parket wijst alles in de richting van een accidentele brand. Maandag werd al volop gestart met het verwijderen van het puin van de brand.
Schepen van Wonen Lola Vanderweyen (CD&V) was, samen met een medewerkster van het Sociaal Huis, de hele ochtend in de weer om te bekijken wie er de komende dagen opvang nodig heeft. Voor het gezin Sadeq wordt er alleszins voor een noodwoning gezorgd omdat zij de komende maanden niet kunnen terugkeren naar hun flat.