De boodschappen-app is in 2018 opgericht, was in 2020 op niveau van orders al winstgevend en verwacht in thuismarkt Nederland voor de zomer break-even te zijn. De winstgevendheid voor de groep inclusief ons land volgt het jaar daarna.
“We zijn trots op deze ronde, ook al kostte het meer moeite in het huidige klimaat”, zegt Tom Peeters, mede-oprichter en CEO bij Crisp. “Investeerders hebben echter kunnen zien dat we met Crisp duidelijk koers houden met een gezond product én duurzaam model, in een onstuimige economie. Dat geeft vertrouwen.”
Aanvraag voor eerste B Corp supermarkt
Crisp gebruikt de investering om meer mensen deel te laten nemen aan een duurzamer voedselsysteem. Een systeem dat bestaat uit lokale en seizoensgebonden boodschappen, met een korte keten van boer tot bord.
Om de positieve impact verder te vergroten zal de boodschappen-app dit jaar afsluiten met een CO2-neutrale operatie en diende vorige maand de aanvraag voor het B Corp label in. “Met Crisp nemen we onze verantwoordelijkheid als supermarkt”, legt Tom Peeters uit. “B Corp, het onafhankelijke label dat op strenge duurzaamheidscriteria toetst, helpt ons met het verder vergroenen van onze operatie.”
Groeiend bewustzijn voor smaakvol en betaalbaar eten
Ondanks de huidige economische situatie ziet Crisp een groeiend consumentenbewustzijn voor smaakvol eten terug. De blijvende relevantie van verantwoord en betaalbaar eten resulteerde de afgelopen 12 maanden in 30% groei.
En die klanten vullen gemiddeld genomen grote boodschappenmandjes van 85 euro en vertonen een hoge klantloyaliteit; 90% van de bestellingen zijn herhaalaankopen. “Het is gelukt onze marge te verbeteren door een focus op continue kostenrationalisatie en meer efficiëntie in onze supply chain”, vervolgt Peeters. “Dat was ook nodig, gezien de hoge inflatie van vorig jaar. Daar zijn wij niet immuun voor.”
Over de ambities voor de toekomst zegt Peeters: “We focussen ons nu eerst op onze huidige markten, het realiseren van onze duurzaamheidsambities en ons bedrijfsresultaat. Onze eigen technologie faciliteert dat we zowel ingrediënten als recepten en maaltijden aan kunnen bieden, vanuit één efficiënt technologisch platform. Ik verwacht dat Nederland voor de zomer winstgevend zal zijn. België volgt het jaar daarna, gezien we daar pas een jaar operationeel zijn.”