Het is 2018. Het coronavirus is nog veraf, de industrie van bussen en touringcars (die gemaakt zijn voor langere afstanden) draait nog op volle toeren en het familiebedrijf Van Hool heeft het jaar ervoor een mooie nettowinst van 6,5 miljoen euro gemaakt. De firma zoekt voor haar hoofdzetel in Koningshooikt (Lier) personeel en organiseert dus een jobdag. Terwijl de sollicitanten hun beste beentje voorzetten en instructeurs hen trots uitleggen hoe er bij Van Hool wordt gewerkt, barst er plots een luid applaus los. Wie nog niet meeklapt, draait zich naar een ingang. Daar maakt een oudere, keurige heer zijn opwachting: Denis Van Hool, die dat jaar zijn afscheid van het bedrijf heeft aangekondigd, krijgt een staande ovatie.
Het was een groot contrast met maandagochtend, toen het personeel van Van Hool dat opgedaagd was voor een informatiesessie over hun rechten en plichten na het faillissement van Van Hool, werd gevraagd om een minuut stilte te houden voor de overleden peetvader van het failliete familiebedrijf. In die minuut gaf niemand een kick. “Je kon een muis horen lopen”, zegt een aanwezige.
LEES OOK. Doek valt definitief over Van Hool, meer dan 1.500 banen verdwijnen
Fabriek opgericht op zijn 14de
‘Meneer Denis’, zoals hij door bijna alle voormalige werknemers van Van Hool wordt genoemd, is dan ook een belangrijke grondlegger van het succes van Van Hool. Hij richtte het bedrijf in 1947 samen met zijn vader Bernard Van Hool en drie van zijn broers op. Denis was toen nog maar 14 en heeft tot zijn 86ste in de fabriek gewerkt. Hij zat onder meer in de raad van bestuur en was operationeel directeur. Hij nam ook een deel van de algemene werking voor zijn rekening, zoals de personeelsdienst en de informatica.
Over het faillissement van Van Hool heeft ‘meneer Denis’ niets meegekregen. Hij leed aan dementie. De mensen die bij hem over de vloer kwamen, zoals de huishoudhulp of de tuinman, hielden de laatste ontwikkelingen van het ooit zo trotse bedrijf voor hem verborgen, zodat hij geen onnodig leed moest ondergaan.
Heel begaan met zijn werknemers
Alle ex-werknemers van Van Hool die we voor dit stuk hebben opgebeld, zijn vol lof over ‘meneer Denis’. En dat is opmerkelijk, want hij was niet rap tevreden en heel streng voor zijn werknemers.
“Meneer Denis had een standaardzinnetje dat uit twee woorden bestond: ik beslis”
Patrick Van Herck, ex-werknemer Van Hool
“Hij had een standaardzinnetje dat uit twee woorden bestond: ik beslis”, zegt Patrick van Herck, die veertig jaar voor Van Hool heeft gewerkt. “Hij liet duidelijk voelen wie de baas was en duldde weinig tegenspraak. Maar hij luisterde ook naar zijn mensen en was heel hard met hen begaan. Toen de woning van een werknemer is afgebrand, heeft meneer Denis meteen financiële hulp geboden.”
Ook Renata Julien heeft ervaring met de warme kant van Denis Van Hool. “Toen ik hoogzwanger op de site van de fabriek rondwandelde, bood meneer Denis me een lift aan met zijn Jaguar. Hij wilde niet dat ik te ver moest stappen”, zegt Renata. “Uiteindelijk heb ik dat aanbod afgeslagen, omdat ik bijna op mijn bestemming was, maar die geste is me altijd bijgebleven.”
Haar man Jozef De Hert, die ook bij Van Hool werkte, heeft eveneens goede herinneringen aan Denis Van Hool. “Hij was altijd geïnteresseerd in de werknemers”, zegt Jozef. “Meneer Denis kon vanuit het niets opduiken in zijn lange regenjas en aan je vragen wat je precies aan het doen was. Hij kon ook wel een wederwoord verdragen als hij je kritiek gaf. Op een keer was ik op het werk mijn boterhammen aan het eten. ‘Je moet niet eten, maar bussen maken’, zei hij dan. Ik antwoordde dat ik zonder die boterhammen zou neervallen en dus geen bussen meer zou kunnen maken. Dan moest ik maar rap eten, zei hij. Hij was dus streng, maar ook rechtvaardig.”
Groot verschil met zoon Filip
Een andere ex-werknemer herinnert zich nog dat Denis Van Hool heel emotioneel werd toen het bedrijf 300 tijdelijke contracten niet kon verlengen. “De tranen rolden over zijn wangen”, zegt de ex-werknemer. “Hij kreeg het niet over zijn hart om die mensen hun job te laten verliezen, terwijl het eigenlijk niet om een ontslag ging. De contracten werden gewoon niet verlengd.”
“Hij kon ook wel streng zijn. Als we te lang babbelden met elkaar, zei hij dat we niet met zijn geld mochten spelen. Er moest worden gewerkt”
Ex-werknemer
‘Meneer Denis’ was ook niet te beroerd om op de werkvloer een handje te helpen. “Hij kroop letterlijk mee op de kar en zat met zijn handen in de siliconen om bijvoorbeeld de oplossing voor een waterlek in een bus te vinden”, zegt nog een andere ex-werknemer. “Meneer Denis stond dus letterlijk tussen de mensen. Hij kon ook wel streng zijn. Als we te lang babbelden met elkaar, zei hij dat we niet met zijn geld mochten spelen. Er moest worden gewerkt. Maar doordat hij zo betrokken was bij het bedrijf, pikten we die strenge opmerkingen van hem. Hij snauwde weleens, maar was nooit echt onbeleefd en schoffeerde de mensen niet. Zijn zoon Filip deed dat helaas wel. Die kon mensen afbreken en de grond in boren. Zijn vader heeft dat nooit gedaan. Het is daarom dat veel mensen bij Van Hool vandaag het bijvoegsel ‘meneer’ bij Filip laten vallen. Maar met meneer Denis zullen we dat nooit doen. Die man had een hart voor zijn bedrijf én voor zijn mensen.”