Le Vif kwam toevallig uit bij zes trusts in Delaware, een staat in Amerika, door in een zoekmachine voor Belgische bedrijven te zoeken op het trefwoord “NMBS”. De spoorwegmaatschappij is verbonden aan die trusts met leasingcontracten tot 2031, 2034 en 2035. In de resultaten doken nog twee andere trusts op die in augustus 2020 werden opgericht in Connecticut, maar inmiddels ontbonden zijn.
Tussen 2001 en 2003 werden acht transnationale leasingcontracten ondertekend. Per 31 december 2014 hadden die betrekking op 2.217 eenheden rollend materieel “waarvan de contracten een initiële looptijd van 12 tot 28 jaar hebben”, de telecommunicatieapperatuur (contracten met een looptijd van 16 jaar), spoorweginfrastructuur zijnde rangeerterreinen en hogesnelheidslijnen (20 tot 31,5 jaar) en administratieve gebouwen (29,5 jaar).
Concreet verkocht spoorwegmaatschappij NMBS aan deze trusts een deel van haar activa, die het nu van diezelfde trusts huurt. Een groot deel van het materieel en de infrastructuur van het overheidsbedrijf wordt dus gecontroleerd door particuliere Amerikaanse entiteiten.
Het Rekenhof, dat in 2012 de financiële stromen van de NMBS-groep onderzocht, heeft de kolossale impact van dit alternatieve financieringssysteem op de rekeningen van de NMBS-groep al belicht: op 31 december 2011 bedroeg de nettoschuld gelieerd aan de cross border leasing 1,1 miljard euro, een derde van de geconsolideerde nettoschuld van de groep. Het gaat om de som van de toekomstige huurgelden die de NMBS contractueel heeft voorzien om de treinen en andere activa tot het einde van de verschillende leasingcontracten van de trusts te huren.
Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet liet donderdagochtend al optekenen dat hij opheldering wil over alle lopende cross border leasingcontracten tussen de NMBS en de trusts.
NMBS
De NMBS liet in de loop van donderdag weten dat “alternatieve financieringsoperaties effectief werden afgesloten door de NMBS Groep in het begin van de jaren 2000”. Volgens het spoorbedrijf gaat het om leasingtransacties in Frankrijk, Duitsland, Zweden en de Verenigde Staten, die elk een bepaalde duur hebben. Een aantal van die transacties is ondertussen afgelopen. De spoorwegmaatschappij benadrukt dat ze “in alle gevallen het recht heeft om de volle eigendom van het betrokken goed te verwerven op contractueel voorziene tijdstippen voor het lichten van de optie”.
“Deze transacties zijn gebruikelijk in industriële ondernemingen en zijn van dezelfde aard als transacties die destijds door talrijke publieke instanties voor openbare infrastructuurnetwerken werden afgesloten. NMBS communiceert elk jaar in haar jaarrekeningen over deze operaties”, sluiten ze hun reactie af.