Galápagos is een bedrijf dat de manier waarop kankers worden behandeld in de komende jaren drastisch wil veranderen, zodat de overlevingskansen van patiënten fors toenemen. Het bedrijf heeft nu een nieuwe mijlpaal bereikt.
De Food and Drug Administration (FDA), die bepaalt welke medische studies in de Verenigde Staten mogen worden opgestart, heeft Galápagos de toestemming gegeven om dit jaar een nieuwe test op te starten voor de behandeling van mensen met het non-Hodgkin-lymfoom. Dat is een type lymfeklierkanker. “We starten dit jaar, en zullen in de eerste plaats een dertigtal patiënten in de Verenigde Staten behandelen”, zegt Paul Stoffels, CEO van Galápagos.
De productiemethode voor de behandeling die Galápagos in de Verenigde Staten gaat opstarten, is uniek voor dat land. De Mechelaars hebben hun aanpak wel al op een beperkte schaal in Europa getest. In totaal hebben 31 patiënten met het non-Hodgkin-lymfoom een behandeling van Galápagos ondergaan. Het gaat telkens over kankerpatiënten die zwaar ziek zijn en die al eerdere behandelingen, zoals chemotherapie, hebben ondergaan.
Een wonder
71% van die 31 patiënten hebben dertien maanden na de behandeling van Galápagos geen kankercellen meer in hun bloed. “Dat is een spectaculair resultaat”, zegt Paul Stoffels.
“Het gaat hier over patiënten die doorgaans een levensverwachting van een tot drie maanden hebben, op het moment dat wij ze behandelen. Het feit dat er bij 71% van de patiënten na een dik jaar geen kankercellen meer zijn, wil niet zeggen dat die mensen genezen zijn. De kankercellen kunnen altijd nog terugkomen. We volgen die mensen dus verder op. Maar het is wel duidelijk dat hun levensverwachting merkbaar gestegen is. Je kan het een wonder noemen.”
Bovendien lijkt de behandeling die Galápagos aanbiedt heel eenvoudig en efficiënt voor de patiënt. Concreet gaat het zo: de dokter stelt vast dat de patiënt met lymfeklierkanker is hervallen en dat de kankercellen zich nu snel ontwikkelen. In het ziekenhuis worden daarom witte bloedcellen uit het lichaam van de patiënt gehaald. Die cellen gaan dan naar de productieomgeving die zich altijd dicht bij een ziekenhuis bevindt. Daar wordt een receptor op de witte bloedcellen geplaatst, die kankercellen kan herkennen en vernietigen. Zeven dagen later worden de eigen cellen van de patiënt, die bewerkt zijn door de receptor, via een infuus terug in het lichaam van de patiënt gebracht. Die cellen breken de tumor vervolgens af.
De ‘cocoon’
Er zijn nog andere bedrijven die deze therapie, die de car-T-celtherapie wordt genoemd, toepassen. “Maar die bedrijven hebben veel meer tijd nodig, soms zelfs tot twee maanden, om die cellen terug in het lichaam van de patiënt te brengen, omdat ze de cellen van de patiënt met het vliegtuig moeten vervoeren naar de productieomgeving die zich vaak in een ander werelddeel bevindt”, zegt Paul Stoffels.
“Wij kunnen die cellen na een week al terug inbrengen bij de patiënt, omdat we voor de behandeling van de cellen de ‘cocoon’ gebruiken, een mobiel toestel dat zich dicht bij de patiënt bevindt. Daardoor hoeven we de cellen van de patiënt niet in te vriezen en werken we dus met verse cellen. Daardoor zijn de cellen die we terug inbrengen van een hogere kwaliteit, en bovendien winnen we ook cruciale weken, want het gaat hier natuurlijk om patiënten waarvoor tijdswinst heel belangrijk is.”
Neveneffecten
Wie de behandeling van Galápagos ondergaat, kan last hebben van neveneffecten. “De meest voorkomende neveneffecten zijn koorts en bloedarmoede, maar dat kunnen we behandelen”, vertelt Stoffels.
“In de komende jaren gaan we onze testen in Europa uitbreiden naar 150 à 300 patiënten met het non-Hodgkin-syndroom. In 2028 willen we in Europa en de Verenigde Staten een aanvraag indienen om onze behandeling op de markt te brengen, met een terugbetaling van het ziekenfonds.”
Andere onderzoeken
Galápagos is nog met ander onderzoek bezig. Zo wil het de succesratio van 71% patiënten die kankervrij zijn na de behandeling, nog verhogen. “We zijn daarvoor bezig met een onderzoek naar een nieuwe behandelingsmethode waarbij we de kankercellen op verschillende manieren tegelijk aanvallen”, zegt Stoffels.
Galápagos werkt ook aan een car-T-celtherapie voor mensen die chronische leukemie hebben (dat is een vorm van bloedkanker), en praktisch uitbehandeld zijn. In een testfase waren tien van de dertien patiënten, dus 77%, zes maanden na de behandeling van Galápagos nog steeds kankervrij.
