“Met de N16 creëren we een mooie groene en fietsvriendelijke stadsboulevard als noordelijke ingangspoort naar onze stad”, zegt Patrick Princen (Vld-Groen-m+), schepen van Openbare Werken. Begin juni heeft het schepencollege de plannen daarvoor goedgekeurd. Met het groen licht voor het bestek komt de realisatie opnieuw een stap dichterbij.
“Autosnelweg tot aan Begijnhof”
De stad raamt de investering voor het project op ruim een miljoen euro. Zo wil ze de drukke toegangsweg tussen de kruispunten met de Elektriciteitsstraat en de vesten (R12) aantrekkelijker maken voor alle weggebruikers. “Vandaag komt de autosnelweg letterlijk tot aan het Groot Begijnhof. Met de herinrichting van deze weg tot stedelijke boulevard behouden we de doorstroming, maar zorgen we tegelijk ook voor een kwalitatieve uitstraling met bomen en verhoogde fietspaden”, vertelt Greet Geypen (Vld-Groen-m+), schepen van Stadsontwikkeling.
Aan de zijde waar het verkeer de stad uitrijdt, ruimen de pechstrook en de vangrail plaats voor een groenstrook met bomen, een tweerichtingsfietspad van drie meter breed dat van de weg wordt afgescheiden door een haag. Richting centrum is de ruimte beperkt, maar komt er ook een breed fietspad met een groenstrook.
De aanleg met een buffergracht moet er ook voor zorgen dat water beter kan infiltreren. “Er komen zo’n honderd hoogstammige bomen bij”, zegt Princen. De stad mikt op november om een aannemer aan te stellen. Die zou dan begin volgend jaar al moeten starten met de werkzaamheden.
“Aanzienlijke transformatie in noorden”
“Het noordelijk deel van Mechelen ondergaat een aanzienlijke transformatie. Door onder andere de realisatie van het retailpark Malinas en de ontwikkeling van de Keerdoksite groeit de stad noordwaarts. Ook op het gebied van verkeersinfrastructuur willen we aanpassingen doorvoeren die de groei en de ambities van onze stad weerspiegelen”, zegt Geypen, die ook bevoegd is voor ruimtelijke ordening.
Al leidt de sterke ontwikkeling van Mechelen-Noord ook tot protest. In Galgenberg maken buurtbewoners zich zorgen over de ontwikkeling van Kantvelde.