data

Mechelen koopt data klanten om handelaars te helpen

MECHELEN - De stad Mechelen koopt data rond drukte en bestedingen van klanten om haar kernwinkelgebied mee te versterken. Samen met Antwerpen, Leuven en Roeselare investeert ze bijna 970.000 euro in het project. De stad maakt zich sterk dat alles gebeurt met respect voor de privacy.

Met de aankoop van betrouwbare data wil Mechelen handelaars en horecaondernemers ondersteunen bij het nemen van meer doelgerichte en effectieve beslissingen. “Door data nuttig in te zetten, willen we cruciale ondersteuning bieden om economische data effectief te hanteren. Ons doel is de lokale ondernemer te gidsen naar efficiënte bedrijfsvoering en zo te streven naar gezonde ondernemingen”, vertelt Greet Geypen (Vld-Groen-m+), schepen van Economie.

“Dienstverlening voor de Mechelaar”

Voor het project ‘datagestuurde winkelgebieden’ werken de vier centrumsteden samen met de Thomas More-hogeschool. Daarbij wordt onderzocht hoe ze gebruiksvriendelijk data kunnen aanbieden aan handel en horeca, zodat ondernemers deze kunnen implementeren in hun businessplannen. Naast een dashboard voor ondernemers komt er ook eentje op maat van steden en gemeenten, om hun stedelijk beleid rond handel en horeca te versterken.

“Bij ons beleid rond slimme stad ligt niet de focus op het digitaliseren zelf, maar op de dienstverlening voor de Mechelaar”, zegt Rina Rabau (Vld-Groen-m+), schepen van Slimme Stad. Met de dashboards zetten de steden voornamelijk in op drukte en bestedingen van klanten. Het gaat hierbij om samengevoegde en geanonimiseerde gegevens.

“Privacy belangrijk aandachtspunt”

“Een belangrijk aandachtspunt is privacy: de verzamelde data mogen nooit te herleiden zijn tot specifieke personen. Met de data die we binnen dit project verzamelen, kunnen we ondernemers bijvoorbeeld helpen om hun personeelsplanning of stockbeheer te optimaliseren”, legt schepen Rabau uit.

De vier centrumsteden investeren samen bijna 970.000 euro in het project. Daarvoor krijgen ze subsidies van het Vlaams Agentschap Innovatie en Ondernemen (VLAIO) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Zij financieren het project elk voor 40%, de overige 20% is voor rekening van de steden.