“Elke regio is anders en elke partner heeft een eigen insteek en toch kunnen de partners veel van elkaar leren”, vertelt schepen van duurzaamheid en slimme stad Marina De Bie. “Het is misschien niet verrassend dat mobiliteit overal een issue is, maar het valt op dat dit ook steeds vaker een thema is dat vanuit de bril van de deeleconomie benaderd wordt. Dit is een facet van mobiliteit waar we in Mechelen al lang een voortrekkersrol vervullen. Met de grootte van Mechelen was dit nooit een evident gegeven en de lessen die we ondertussen geleerd hebben, zijn dus zeker zinvol voor andere kleine en middelgrote steden.”
Tijdens de thematische sessie over biologische reststromen, kwam onder andere de recent gelanceerde Mechelse oesterzwamkwekerij Coflab aan bod. Maar ook voor Mechelen zelf werden inspirerende voorbeelden besproken. “Het Finse Päijät-Häme werkt aan een soort uitgebreide versie van MEST, waarbij leegstaande ruimtes voor allerlei soorten activiteiten ter beschikking wordt gesteld. Ze werken aan een app om dit op een snelle en laagdrempelige manier te kunnen doen. Het Tsjechische Ostrava werkt dan weer aan een niet-eetbare versie van ons Foodsavers-project. Bedrijven zullen hun rest- en afvalstromen op een database kunnen zetten, waar ze een geïnteresseerde afnemer kunnen vinden. Ik ben ervan overtuigd dat alle plannen en ideeën van de verschillende partners in elkaar geschoven kunnen worden tot een sterk, globaal en universeel bruikbaar verhaal”, besluit Marina De Bie.
