Groenten- en fruitverkoper Paul Van de Velde (60)
“Ik ben ondertussen aan mijn 46ste jaar op de markt bezig”, zegt Paul (60). “Ik doe het al van mijn 15 jaar. Bijna zeven dagen op zeven. Ik heb nooit iets anders gekend, want mijn ouders deden ook de markt met groenten en fruit. Zo ben ik er ingerold. En ik ben blij dat mijn oudste zoon en zijn vrouw nu ook mee in de zaak zitten. Opvolging is dus verzekerd. Of dat betekent dat ik binnenkort op pensioen ga? Ik hoop wel dat ik het in de toekomst een beetje rustiger kan gaan doen. Maar ik zal het nooit helemaal kunnen laten. Ik kan dit niet missen. De markt is folklore, dat is plezant, kijk maar naar de mensen. In de winter is het misschien iets minder aangenaam, maar in de zomer kun je toch geen mooiere job hebben. Je staat in de buitenlucht en de mensen zijn goedgezind.”
LEES OOK. Snoepkraam van Cyriel (90) staat plots niet meer op Heistse markt na 75 jaar
Paul heeft in zijn carrière van 46 jaar heel wat zien veranderen. Onder andere de toename van de grootwarenhuizen. “Toen ik net begon, waren er nog niet zoveel”, zegt hij. “Nu zijn er in elk dorp een stuk of vijf. De nieuwe generatie leeft en eet anders. Ook het aanbod in mijn kraam is veranderd. In mijn beginjaren hadden we in deze periode van het jaar misschien vijf artikels, nu hebben we er tientallen. De groenten en het fruit worden aangevoerd van over de hele wereld. Wij proberen toch zo veel mogelijk met lokaal geteelde groenten te werken, ongeacht de prijs die je er voor betaalt.”
Paul is nog niet van plan om meteen te stoppen. “Neen, ik zit in de categorie van Cyril. Ik wil dit blijven doen zolang de gezondheid het toelaat. Ik sta nog alle nachten op tussen 1 en 1.30u om alles voor te bereiden, maar ik zit daar niet mee in. 21 jaar lang heb ik dat zelfs zeven op zeven gedaan. We reden toen nog naar markten in Wallonië, nu doen we enkel nog markten hier in de buurt.”
Kledingverkoper Guy Janssens (60)
“Ik sta al 42 jaar op de markt. Altijd met kleding. Ons vader is daar mee begonnen. We hebben het lang met drie broers gedaan. De eerste is vijftien jaar geleden gestopt, twee jaar geleden is mijn oudste broer gestopt. Ik ben nog de laatste die bezig is.”
Ook Guy is aan het aftellen. “Als ik met pensioen kan, ga ik dat zeker doen. Nog twee jaar en dan is het zover. Ik vind dit wel leuk, maar er zijn nog andere dingen in het leven. Aan alles komt een einde. Ik ga genieten van het leven op een andere manier.”
De markt is volgens Guy veel veranderd. “Toen ik begon, waren het nog de gouden jaren. Nu zijn er veel grote kledingwinkels en er is de internetverkoop. Het is niet meer wat het geweest is. De mensen kunnen maar een keer hun geld uitgeven. Ik heb grote markten nodig om omzet te kunnen draaien. Ook de mentaliteit van de mensen is niet meer dezelfde. Als er vroeger iemand voor een blauwe jas kwam en ik had die niet in voorraad, dan namen ze een zwarte of een bruine. De jongere klanten denken nu bij zichzelf: ‘Dan ga ik hem wel ergens anders kopen.’”
Volgens Guy zijn er steeds meer marktkramers die stoppen omdat ze geen opvolging hebben. “Het is niet makkelijk meer. Je moet tenslotte een grote investering doen. In de zomer is dit een prachtige job, maar er zijn ook dagen dat het regent en koud is. Ik heb dit altijd graag gedaan, want de nadelen wegen niet op tegen de voordelen. Als je op een kantoor werkt, dan moet je luisteren naar je baas. Ik doe mijn goesting. Ik heb hiervoor gekozen en ik heb er geen spijt van.”
Bloemenverkoper Marcel Petjes (74)
“Ik sta sinds mijn achttiende op de markt. Altijd met bloemen. Ik ben begonnen met een kraampje dat voor de Sarma stond in Sint-Niklaas. Daarna ben ik de markten beginnen doen. Ik heb het altijd relatief klein gehouden. Ik heb een stand van tien meter, dat is genoeg. Ik moet het tenslotte allemaal alleen doen. Maar ik amuseer mij wel”, zegt Marcel.
Ondertussen heeft de zoon van Marcel de zaak overgenomen. “Ik doe dit nu nog als hobby”, zegt hij. “Ik wil niet met pensioen gaan, want dan is het sociaal contact weg. Ik sta liever op de markt dan thuis te zitten. Wat mij zo aantrekt aan de markt? De afwisseling. Alle dagen andere mensen. Soms goed weer, dan weer slecht weer… Je hebt alle dagen een andere babbel. De markt is wel fel veranderd. Wat nu het beste marcheert, heeft met eten te maken. Brood, vlees, groenten, … dat loopt fantastisch, de rest is heel wat minder tegenover vroeger. Toen stonden er tien kramen met bloemen, nu nog twee. Ik heb destijds voor bloemen gekozen omdat het een artikel was dat goed opbracht.”
Marcel heeft geen plannen om te stoppen. “Stoppen is niets voor mij. Ik blijf dit doen tot het niet meer gaat.”
Kaashandelaar Alex Van Hove (72)
“Dit is mijn 45ste jaar op de markt”, start Alex Van Hove onze babbel. “Ik wou absoluut een eigen zaak. Ik heb eventjes op den bureau gewerkt aan de spoorwegen, maar dat was mijn ding niet. Daarna heb ik nog voor een bakkerij gewerkt, maar ik wou iets van mezelf. Ik ben de zoon van een beenhouwer, maar ben toch in kaas begonnen. Het product speelde op dat moment geen rol.”
Op de markt staan is voor Alex een hobby zegt hij zelf. “Ik doe dit graag. Je bent alle dagen onder de mensen. Als ze mij laten doen, doe ik verder tot ik niet meer kan. De gezondheid moet het toelaten, want ik sta alle dagen tussen 4 en 4.30u op. Maar ik ben iedere morgen wakker voor mijn wekker afgaat. Wat mijn drive is? Het contact met de mensen.”
Opvolging heeft Alex niet. “Wie wil zo’n stiel nog doen? Het is vroeg opstaan en als je thuis komt, is het werk nog niet gedaan. Nochtans heeft de markt nog een toekomst volgens mij. De mensen zijn tevreden als ze bij ons kaas kunnen kopen die niet voorverpakt is met zes sneetjes. Jonge mensen komen terug naar de markt omdat je hier kwaliteit vindt.”
Accessoiresverkoopster Hilde Van Dyck (58)
“Mijn man en ik zijn begonnen in 1999. Voor ons was het een carrièreswitch. Ik stond in het onderwijs en mijn man was ingenieur. Als jong meisje hielp ik al mee op de markt als vakantiewerk. Ik vond het leuk, maar mijn ouders wilden dat ik eerst ging studeren. Daarna kwamen er kinderen en was de combinatie ook niet evident. Maar zodra de kinderen wat groter waren, hebben we de sprong gewaagd. Mijn man zat veel in het buitenland voor zijn werk en was zijn job een beetje beu.”
Hilde vindt vooral het buiten zijn en de sociale contacten leuk aan de markt. “En de voldoening die je hebt van je werkt. Als we nu hard werken, dan weten we dat het voor onszelf is. Bovendien heb je een gevoel van vrijheid. Maar bij ons is het niet de bedoeling om na ons pensioen nog voort te doen. De mensen die het toch langer volhouden, hebben vaak geen andere job gekend in hun leven. In die zin begrijp ik dat wel. Wat ons betreft is er ook nog een leven buiten de markt.”