In 2020 nam de arbeidsmarkt een afwachtende houding aan door corona en de bijbehorende lockdowns. Daardoor werden opvallend minder arbeidscontracten stopgezet: werknemers namen zelf minder ontslag omdat ze niet meteen elders aan de slag konden, en werkgevers gaven medewerkers minder ontslag door het systeem van tijdelijke werkloosheid. In 2021 is de jobmobiliteit helemaal terug.
Afgelopen jaar werden in vergelijking met 2020 in Vlaanderen 36,6 % meer nieuwe arbeidscontracten van onbepaalde duur afgesloten, in Antwerpen ligt het cijfer ook hoog met een stijging van 28,5 %. In 2021 zijn er in Vlaanderen 30,3 % meer contracten stopgezet vergeleken met het jaar ervoor, in Antwerpen 26,2 %. De cijfers van afgelopen jaar komen zelfs uit boven het niveau van 2019, Antwerpen noteert 2,2 % meer instroom en 11,2 % meer uitstroom dan pre-corona.
4 op 10
Bijna 4 op 10 ontslagen komt er op initiatief van werknemer zelf. Werd een arbeidscontract ontbonden, dan was dat niet zozeer omdat de werkgever afscheid nam van zijn werknemer. In liefst 38 % van de contractbeëindigingen in Antwerpen was het de werknemer die ontslag nam, een duidelijke verschuiving weg van de werkgever.
Slechts 17% van de contracten werd beëindigd op initiatief van de werkgever, het laagste percentage in drie jaar tijd. In 1 op 3 gevallen gingen werkgever en werknemer uiteen in wederzijds akkoord.
Great resignation
“De uitstroom uit de arbeidsmarkt en de instroom lijken elkaar op te heffen, maar er is wel een groot verschil”, zegt Ann Debacker, kantoordirecteur van Acerta Antwerpen. “Het zijn vooral de werknemers die het initiatief nemen om hun contract op te zeggen, waardoor bedrijven gedwongen worden om te reageren en nieuw personeel aan te trekken. Het fenomeen is gelijkaardig aan The Great Resignation die het afgelopen jaar in de VS aan de gang was, maar dan in beperkte mate. Bedrijven moeten bijgevolg dezer dagen soms heel creatief uit de hoek komen om zich op de krappe arbeidsmarkt in de kijker te werken en het geschikte personeel te vinden.”