Francis Van Caer, afgevaardigd bestuurder vzw KITOS: “Alle vertegenwoordigers kwamen tot betere inzichten in elkaars werking. Vanuit het hoger onderwijs was er bewondering voor de blijvende inspanningen van de KITOS-scholen om startende leraren te begeleiden, zowel beginnende leraren als zij-instromers. Het schoolbestuur investeert fors in deze aanvangsbegeleiders. Als vzw KITOS kregen we zelf meer inzicht in de beleidskeuzes die het hoger onderwijs maakt omtrent stages en het inzetten van studenten-leraren.”
Een aantal mogelijke oplossingen waar tijdens verdere netwerkontmoetingen in gesprek over zal worden gegaan zijn de volgende.
Scholen en lerarenopleidingen maken meer ruimte, tijd en energie vrij om kruisbestuiving mogelijk te maken. Stagementoren en docenten uit de lerarenopleiding kunnen elkaar meer ontmoeten. De vernieuwende pedagogische inzichten kunnen via stages ook hun weg vinden naar de werkvloer.
Moeten we onze eigen leerlingen niet meer warm maken voor een roeping als leerkracht? Hen laten kennismaken met voor- en nadelen en letterlijk laten proeven van het mooie leraar-zijn, in samenwerking met de lerarenopleidingen?
Leraar word je op de werkvloer. Stagiair-leraren zouden tijdens een korte stage verplicht moeten leren kennismaken met een diverse en grootstedelijke context.
Studenten (nog) meer laten meelopen met een leraar tijdens de eerste maanden van hun opleiding om te ondervinden of het wel iets voor hen is.
De mogelijkheid creëren om de lerarenopleiding betaald te verlengen: in de eindfase kan de student-leraar mee ingeschakeld worden op de klasvloer, terwijl hij/zij voor deze stage betaald wordt.
Leraren die via een LIO-statuut willen starten kunnen spoedzomercursus ‘Hoe sta ik voor de klas’ volgen in augustus/september. Hun LIO-opleiding start immers in oktober en in september staan ze al voor de klas.